top of page
Gaming Toetsenbord

MEDIA

Een eerlijke briefwisseling

EEN EERLIJK BRIEFWISSELING TUSSEN RIJK KROON EN LEO VAN WIJNGAARDEN

 

NAAR AANLEDING VAN DE SERIE GELOOFSBELEVING IN DE HARDINXVELD GIESSENDAM UIT HET KOMPAS

Maart 2025
Door Leo

Het Kompas, het weekblad voor Hardinxveld Giessendam heeft onlangs een serie gepubliceerd over de verschillen van geloofsbeleving in Hardinxveld. Leo van Wijngaarden, initiatiefnemer bij de Donk Ministries schreef een ingezonden brief hierover. Daaruit volgde weer een ingezonden brief van Dhr. Rijk Kroon en ontstond er een prachtige briefwisseling waarin een belangrijke dialoog op gang kwam.

De briefwisseling is hieronder in chronologische volgorde te lezen. Mocht u willen reageren dan is dit mogelijk via info@dedonk.com

1. Hoe kerken hun blik gesloten houden

De eerste ingezonden brief van Leo van Wijngaarden aan het Kompas Hardinxveld

Hoe traditionele kerken hun blik gesloten houden…

Het Het Kompas Hardinxveld-Giessendam heeft de afgelopen tijd via verslaggever Hannie Visser een serie interviews gepubliceerd waarin de kerken in Hardinxveld-Giessendam werden belicht. Een prachtig en waardevol initiatief, passend bij een overwegend gelovig dorp.

Helaas werden in de artikelen over De Donk Ministries enkele onjuiste feiten genoemd. Het blijkt lastig uit te leggen dat wij geen kerk zijn, maar een interkerkelijke vernieuwingsbeweging. Wij zijn er niet om een specifieke stroming te vertegenwoordigen, maar om alle kerken en christenen te ondersteunen. We zijn geen evangelische of charismatische gemeente, maar een brug tussen christenen die op zoek zijn naar verdieping en vernieuwing. We doen dat door o.a. maandelijkse Revival Diensten, Jaarscholen, Seminars en conferenties. We gaan dan net een paar stappen verder om mensen bekend te maken met het rijke werk van de Heilige Geest.

In de Alblasserwaard zijn veel mensen die méér willen ontdekken dan wat hun kerkelijke traditie biedt. Dat is geen tekortkoming van de kerk, maar sommige aspecten van geloofsgroei en verdieping passen nu eenmaal niet altijd binnen vaste structuren. Onze missie is om het vuur aan te wakkeren, mensen terug te brengen naar hun door God gegeven identiteit en hen te helpen een diepere relatie met God te vinden.

Kerken bieden structuur, duidelijkheid en veiligheid in een wereld waarin de wind uit alle richtingen waait. Dat is waardevol. Maar wat we ook zien, is dat veel kerken in een isolement zijn geraakt, met de blik vooral naar binnen gericht. Hierdoor ontbreekt soms de ruimte voor een vrij en open geloofsonderzoek, terwijl dat juist essentieel is voor geestelijke groei. God heeft ons als zelfstandige mensen geschapen, met de vrijheid om keuzes te maken en onszelf vragen te stellen. Alleen op die manier kan een oprechte en diepgaande relatie met Hem ontstaan.

En precies dát is waar veel kerken – of ze nu traditioneel of charismatisch zijn – moeite mee hebben. Er is vaak te weinig ruimte om op eigen ontdekkingstocht te gaan en persoonlijke keuzes te maken in het geloof. Het gevolg? Veel christenen geloven in God, maar ervaren geen intieme relatie met Hem, omdat hun beeld van God vervaagt door regels en dogma’s.

In het artikel las ik een uitspraak van een predikant: "De opkomst van evangelische groepen is een uitvloeisel van individualisering." Ik weet niet wie deze predikant was, maar hoe kan men er zo naast zitten? Dit zou impliceren dat gelovigen die een diepere relatie met God zoeken, de kerk alleen om egoïstische redenen verlaten. Maar beste predikant, zou u mensen werkelijk willen belemmeren in hun zoektocht naar God? Wat als zij zich gevangen voelen in een systeem dat hen niet langer voedt? Moeten zij dan blijven, puur omwille van traditie?

Wordt het niet eens tijd dat we gaan accepteren dat de Heilige Geest in iedere christen woont? We kunnen niet anders dan ons hierbij neerleggen, want het is Jezus zelf die Zijn kudde leidt. Hij heeft Zijn Geest uitgestort op alle vlees (Handelingen 2:17). En als dat zo is, dan kunnen we nooit meer zeggen dat iemand individualiseert, simpelweg omdat hij naar boven is gericht. Ja, dat gaat met vallen en opstaan. Maar Hij is de Herder!

Laten we ophouden met hokjesdenken en christenen de ruimte geven om hun eigen weg met God te bewandelen. Niet vanuit rebellie, maar vanuit een diep verlangen om vrij en onbelemmerd het Koninkrijk van God binnen te gaan – als volwassen zonen en dochters van de Vader.

2. Is vernieuwingsbeweging Alblasserwaard een sekte die zich onderscheidt van andere kerken?

De reactie van Rijk Kroon als ingezonden brief aan het Kompas Hardinxveld

Ik reageer even op dit kritische stukje in de laatste Kompas. Er staan toch wel wat opmerkelijke teksten in dit stukje. Geen kerk maar een interkerkelijke vernieuwingsbeweging? Wat dat dan ook mag zijn. Belangrijk is om te beginnen met de omschrijving, wat is eigenlijk een kerk? Wat zijn de kenmerken van de ware kerk? Terug naar de eenvoudige basis.

De ene, heilige, algemene Christelijke kerk....Dat hebben onze vaderen beleden. Wat voor een kerk is dat? Geen gebouw en geen geloof, maar de ecclesia, de samen-geroepenen door de Drie-Enige God onder Woord en Geest. Volgens drie belangrijke punten moet of beter gezegd mag er een kerk zijn uit genade omdat God het wil. Kerk is geen mensenwerk. Verkondiging van het Evangelie door iemand die daartoe geroepen is en een volmacht heeft van God. De sacramenten worden in die kerk bediend, te weten Doop en Avondmaal.De kerkelijk tucht handhaven en indien nodig uitvoeren.

In dit stukje, vol met kritiek op de traditionele kerken, worden nogal wat stellingen genoemd, die voor waarheid volgens het Woord van God moeten doorgaan. Ik heb mijn oprechte twijfels hierover, sterker nog, het is veel te menselijk met veel beschuldigingen . Zal wat teksten citeren:

,,Wij zijn de brug tussen Christenen en de kerk die naar verdieping zoeken? Wie zijn wij dan wel? In Alblasserwaard zijn meer mensen die meer willen ontdekken dan hun Christelijke traditie. Door Woord en Geest hoor je dat in de kerk. Geloofsgroei en verdieping passen nu eenmaal niet altijd binnen de vaste structuren. Wat een vreemde menselijke conclusies. De traditie is juist ook de kracht van de kerk, omdat die kerk door God geregeerd mag worden. Veel mensen zijn in een isolement geraakt...Geloofsonderzoek ontbreekt. Weinig vrije ruimte. Geloof is uit gehoor en gehoor door het gepredikte Woord. Hoe zullen zij horen indien het hun niet gepredikt wordt. Geloven in God maar geen intieme relatie ervaren met God. Dit is echt onzin..Lees ik niet in de bijbel. Sneer naar predikant...die gevangen is in een systeem. Welk systeem dan? De mens is naar boven gericht. Zeker niet. Bij Nicodemus kwam het van boven naar beneden. Ophouden met hokjes denken...Vrijheid...blijheid. Onbegrijpelijke conclusie. Waar de Geest des Heren is daar is vrijheid.

Als een rode draad loopt door dit stukje: De menselijke mogelijkheden i.p v. de Bijbelse onmogelijkheden en mogelijkheden. Weer even terug naar de basis. De ongehoorzame in het paradijs, gevallen mens probeert het God naar de zin te maken, door van alles te willen doen. Terwijl het Woord zegt: Er is niemand die God zoekt. Dat wist God en Hij heeft Zijn Zoon gegeven om de kloof die was ontstaan tussen God en mens te dichten.

Wij konden dat niet en kunnen nog niet 1 stap uit onszelf naar God realiseren. Maar God is in Zijn Geliefde, Beloofde Zoon naar ons toe gekomen en Hij heeft alles gedaan. Dat is troostrijk voor iemand die ervaart niet tot God te kunnen komen. Dat klopt ook, daarom gaf God Zijn Kind.

De mens en ook dit stukje lijdt m.i. aan zelfoverschatting en mist de enige troost van het Woord, omdat men denkt wij moeten toch ook nog van alles doen voor God?. Goed bedoeld maar niet volmaakt goed genoeg voor God. Als je jezelf nu door het Evangelie een beetje hebt leren kennen, dan kun je blij worden en getroost dat de Zoon vermoeiden en belasten en vastgelopen mensen uit genade meeneemt en niet uit de werken.

Dit element wordt node gemist bij veel kerken en ook in dit stukje. Wij mogen/kunnen God alleen liefhebben omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. De Hogepriester, Jezus Christus bidt en dankt voor ons alle dagen van ons leven. En Jezus heeft alle zonden gedragen, zodat er een lange stoet hemelwaarts gaan van hoeren, tollenaars, armen van geest, geestelijk of lichamelijk gehandicapten en de moordenaar aan het kruis loopt voorop. Een schare die niemand tellen kan. Wat een gezang zal dat wezen voor de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Met deze reactie wilde ik een lans breken voor de genoemde traditionele kerken. De volmaakte kerk is hier niet, ook niet de volmaakte prediker. Het is alles ten dele. Wij zien ook nog ten dele zolang we hier op aarde zijn, maar straks zijn alle schaduwen verdwenen. Hier blijven veel vragen nog onbeantwoord. Veel verdriet onbegrepen. En de oorlog is er nog steeds.

Voor mij is de inhoud van dit stukje onwerkelijk. Al die aanvallen op de kerken zijn onjuist. God houdt Zijn kerk en ook de predikers vast en helpt waar nodig. Zijn Woord is niet aan mensen gebonden. Wel aan mensen gegeven door de Heilige Geest. Het ergste is eigenlijk dat we onwetend vaststellen dat het VOLBRACHTE werk van Koning der Koningen, Jezus Christus niet genoeg is. Er moet nog wat bij van de mens, net zoals bij de Galaten. Een soort verdieping van ons geloof? Dit is echt utopisch. Een ideaal dat niet bereikt kan worden. God geeft het Zijn beminden als in de slaap.

3. Een mooie dialoog: Laat ons allen één zijn!

De tweede ingezonden brief van Leo van Wijngaarden aan het Kompas Hardinxveld

Met belangstelling heb ik de ingezonden reactie gelezen op mijn eerdere open brief over ‘de gesloten blik van traditionele kerken’. Ik waardeer het dat er een dialoog ontstaat over dit belangrijke onderwerp. Dat getuigt van betrokkenheid en een verlangen om de waarheid te zoeken. In die geest wil ik graag reageren.

Allereerst begrijp ik dat sommige uitspraken uit mijn brief vragen of weerstand oproepen. Discussie over geloofsbeleving is altijd gevoelig, vooral als het raakt aan diepgewortelde overtuigingen en tradities. Mijn intentie is echter nooit geweest om traditionele kerken aan te vallen, maar om een eerlijk gesprek te voeren over de uitdagingen waar veel christenen in onze regio mee worstelen.

De kern van mijn betoog was dat er onder gelovigen een verlangen leeft naar méér – een diepere relatie met God, meer ervaring van Zijn aanwezigheid, en een vrijere beleving van geloof die niet altijd binnen kerkelijke structuren past. Dit betekent niet dat kerken geen waarde hebben of dat traditie verkeerd is. Integendeel, de kerk heeft door de eeuwen heen een essentiële rol gespeeld in het bewaren en verkondigen van het Evangelie.

Toch zien we dat veel christenen zoeken naar aanvulling op wat zij binnen hun kerkelijke context ontvangen. Dit is geen aanval op de kerk, maar een realiteit die we onder ogen moeten zien. Als De Donk Ministries willen wij geen vervanging zijn van de kerk, maar een plek waar christenen van verschillende achtergronden verdieping kunnen vinden. Dit doen we niet uit menselijke hoogmoed, maar vanuit de overtuiging dat de Heilige Geest in iedere gelovige werkt en dat geestelijke groei een persoonlijk proces is, geleid door God zelf.

 

Een lans breken voor de kerk

De schrijver van de ingezonden brief geeft aan een lans te willen breken voor de kerk. Dat is op zichzelf iets goeds en belangrijks, en ik deel die intentie. Sterker nog, in mijn eerste brief heb ik expliciet gezegd dat kerken van grote waarde zijn omdat ze structuur, duidelijkheid en veiligheid bieden in een wereld waarin de wind uit alle richtingen waait. Ik heb nergens beweerd dat de kerk overbodig is of dat tradities geen waarde hebben.

Wat ik echter wél heb benoemd, is dat er binnen kerken soms een gebrek aan ruimte is voor persoonlijke geloofsverdieping en het vrij zoeken naar God. Dat is geen aanval, maar een oproep tot reflectie. Als we werkelijk geloven dat de Heilige Geest in iedere gelovige woont, dan mogen we christenen de vrijheid geven om hun relatie met God te verdiepen, zonder dat zij het gevoel hebben dat dit een breuk met de kerk moet betekenen.

 

Een gezonde kerk is een gemeenschap waarin geloof groeit, niet alleen door gehoorzaamheid aan leer en traditie, maar ook door een persoonlijke relatie met God. Mijn pleidooi is dan ook niet tegen de kerk, maar voor een open houding binnen de kerk, waarin ruimte is voor groei, vernieuwing en het volle werk van de Heilige Geest.

 

Menselijke mogelijkheden versus de tweede Adam

In de ingezonden brief wordt gesteld dat mijn betoog te veel uitgaat van menselijke mogelijkheden, in plaats van de bijbelse onmogelijkheden en mogelijkheden. Hier wil ik graag verder op ingaan.

De Bijbel leert ons dat door de zondeval de mens van nature gescheiden is van God (Romeinen 3:23). Uit onszelf kunnen wij inderdaad niets doen om deze kloof te overbruggen. Maar God heeft in Zijn genade een weg geopend: Jezus Christus, de Zoon van God, kwam als de tweede Adam (1 Korinthe 15:45). Waar de eerste Adam faalde en de zonde in de wereld bracht, bracht de tweede Adam – Jezus – verlossing en herstel.

Wat betekent dit praktisch? Jezus herstelde niet alleen de relatie tussen God en mens, maar bracht ons ook terug in onze oorspronkelijke roeping: om als kinderen van God te leven in gemeenschap met Hem. Door Zijn offer werd de macht van de zonde verbroken, en ontvangen wij nieuw leven in de Geest. Dat betekent dat wij niet langer slaven van de zonde zijn, maar nieuwe scheppingen in Christus (2 Korinthe 5:17).

Dit heeft grote gevolgen voor ons geloofsleven. Het betekent dat wij, door de kracht van de Heilige Geest, geroepen worden om te groeien in geloof, in relatie met God, en in het wandelen naar Zijn wil. Dit is geen menselijke zelfoverschatting, maar bijbelse waarheid. Paulus zegt: “Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij” (Galaten 2:20). De vraag is dus niet wat kan de mens doen voor God, maar wat kan God doen in en door de mens die zich aan Hem overgeeft?


Over de titel en de anonimiteit

Tot slot wil ik ingaan op de gekozen titel van het artikel: “Is vernieuwingsbeweging Alblasserwaard een sekte?” Dit is een suggestieve vraag die niets te maken heeft met de inhoud van de ingezonden brief. Dat kan helaas olie op het vuur zijn en verdeeldheid aanwakkeren. Een sekte is per definitie een groep die zich afsluit, controle uitoefent en mensen beperkt in hun vrijheid. Wat wij juist doen, is mensen helpen om vrijer en dieper in hun geloof te staan, onafhankelijk van structuren en verwachtingen.

 

Daarnaast vond ik het jammer dat de schrijver van de ingezonden brief ervoor kiest om anoniem te blijven. In een open dialoog over geloofsbeleving is het van waarde om elkaar als gelovigen bij naam te kennen en vanuit persoonlijke overtuiging met elkaar in gesprek te gaan. Openheid en transparantie zorgen voor een gelijkwaardige en respectvolle discussie, waarin we niet tegenover elkaar staan, maar samen op zoek gaan naar onze gedeelde waarden binnen Gods waarheid.

- Inmiddels heeft de redactie van het Kompas mij in contact gebracht en is er een korte dialoog geweest waarin de toonzetting wel is veranderd, maar de briefschrijver wenste uiteindelijk niet verder in gesprek te gaan.-

Jezus Zelf is de Waarheid (Johannes 14:6), en Hij laat zich niet claimen door één bepaalde groep of stroming. Te vaak hebben christenen de Waarheid als ‘hun waarheid’ geclaimd, terwijl Jezus juist bad om eenheid (Johannes 17:21). Dit is een valstrik van de duisternis, die juist verdeeldheid zaait. In plaats van de Waarheid te willen bezitten, worden we uitgenodigd om in Hem te blijven en samen steeds dieper Zijn waarheid te ontdekken.

Ik waardeer het gesprek en hoop dat we, ondanks verschillen in visie, elkaar blijven vinden in de liefde voor Christus en het verlangen om Zijn Koninkrijk zichtbaar te maken in deze wereld.

4. Tweede van Rijk Kroon: Een persoonlijke overweging

De reactie van Rijk Kroon welke niet meer in het Kompas werd gepubliceerd

Ik heb het een en ander nog eens goed onderzocht, ook de website van De Donk Ministries bekeken.

De verschillen die er zijn, kunnen jij en ik niet overbruggen. Als ik het Woord ernaast leg, lopen onze visies daar te ver in uiteen. En uiteindelijk is dat voor mij de enige basis. Wellicht komt er op een later moment nog eens een reactie, als we verder zijn.

Ik vergat nog te vragen of er bij De Donk connecties zijn met Marius Koppe en Arie de Rover. Marius heb ik in Beneden-Hardinxveld meegemaakt, Arie ken ik niet persoonlijk, al weet ik dat hij verbonden is aan de Christengemeente. Aardige mensen, maar de vraag blijft: zijn hun uitingen naar het Woord?

Ik meen dat ik beide namen op de site van De Donk zag, als belangrijke vertegenwoordigers. Er was in elk geval een interview met Marius. Een emotionele man. Marius heeft mijn zoon ooit bezocht toen wij aan de rivier woonden, tegenover het Langeveer. Aan het einde van zo’n bezoek bad hij altijd. Ik heb hem ook eens mogen helpen toen hij de koster Rietveld moest begraven, die zichzelf van het leven had beroofd. Daar kwam Marius destijds moeilijk uit.

Wat betreft de term sekte, Leo – ik begrijp je gevoeligheid, maar je moet dat toch zien in de bredere context van mijn stuk. Theologisch gezien is een sekte een geloofsgemeenschap die zich onderscheidt van de bestaande kerken of denominaties. De term is zwaar beladen, dat erken ik, maar een synoniem zou zelfs ‘kerkgenootschap’ kunnen zijn.

In mijn ogen is De Donk geen kerk. Meer een gemeenschap die sterk de nadruk legt op het werk van de Heilige Geest. Daarin lijkt het op wat ik ook bij Marius Koppe zag, of bij Arie de Rover. Maar nogmaals: zijn hun uitingen gegrond in het Woord?

Het grote theologische dilemma tussen werk en genade is zo oud als deze wereld. En ik durf, gezien al mijn onderzoekingen en jarenlange ervaring met vele denominaties, rustig te stellen dat vrijwel allen hiermee worstelen. Genade blijft geen genade als de mens er – bedekt of openlijk – weer tussen geschoven wordt.

Jij hebt het in je stuk ook over ‘aannemen’. Hoe zie jij dat eigenlijk? Kan een mens iets aannemen? In mijn overtuiging: wij nemen niets aan, wij kunnen niets aannemen, wij willen het niet, en wij geloven niet uit onszelf. Het is niet degene die wil of loopt, maar het is Gods ontferming alleen. De mens heeft zijn hele leven nodig om bij die Waarheid vastgehouden te worden.

Overigens – wat let je om een buiging te maken naar de traditionele kerken en een seminar te organiseren? Misschien kan een goed gesprek of dialoog dan alsnog tot verheldering leiden. Dat zou ik toejuichen.

Een kleine aanvulling nog. Je schreef dat het woord sekte je verdriet deed. Til daar toch niet te zwaar aan, zou ik willen zeggen. Wat mij persoonlijk al 30 jaar diep raakt in Hardinxveld is dat de genade wordt verkwanseld voor werken – in bijna alle kerken, van licht tot zwaar, subtiel of openlijk.

Ook een sterk accent op het werk van de Heilige Geest brengt risico’s met zich mee. Namelijk het loskoppelen van de Geest van het Woord, of erger nog: het isoleren van de Geest van het werk van Christus zelf. Dan ontstaat er verwarring, en verlies je het hart van het Evangelie.

Als je het pure Evangelie van genade uit mag dragen, dan volgen onvermijdelijk de ‘ja, maars’… "We moeten toch iets", "We hebben toch een verantwoordelijkheid", enzovoort. Maar dat zijn menselijke redeneringen.

Een oude theoloog zei ooit – en het is misschien plat, maar het is waar:
“Zalig worden wij met onze armen over onze darmen.”

Gelukkig laat God het niet aankomen op ons ‘aannemen’ van de waarheid. Anders was het geweest, is het, en blijft het: verloren.

5. Derde reactie van Leo van Wijngaarden: Genade versus uitverkiezing

De derde reactie van Leo van Wijngaarden welke niet meer in het Kompas werd gepubliceerd

Dank voor je uitgebreide berichten en het delen van je gedachten en overtuigingen. Je betrokkenheid bij het Evangelie en je verlangen naar zuiverheid in de prediking zijn voelbaar en oprecht. Dat waardeer ik.

Tegelijk wil ik je eerlijk zeggen dat ik de manier waarop je jouw overtuiging uitspreekt soms als pijnlijk en zelfs aanmatigend ervaar. Je geeft aan niet arrogant te willen overkomen, maar je stelt wel in stellige bewoordingen dat jij het zuivere Evangelie kent, en dat vrijwel alle kerken – inclusief De Donk Ministries – het “niet onthullen en dus missen”. Je noemt anderen “emotioneel”, “uit de bocht gevlogen”, of “een inspiratiebron maar niet bijbels zuiver”. Daarmee trek je stevige conclusies, zonder werkelijk te luisteren of samen te zoeken naar de rijkdom van Christus.

Wat betreft je suggestie om een seminar te organiseren: ik heb inmiddels al meerdere seminars gehouden over genade, het werk van de Heilige Geest en de plaats van de mens in het heilsplan. Daarbij ben ik voortdurend in gesprek met lokale predikanten en leiders, ook uit de meer traditionele kerken. Die gesprekken zijn waardevol en soms confronterend, maar bovenal vruchtbaar – mits er onderlinge liefde en wederzijds respect is. En dat mis ik helaas in jouw toon. De dialoog die jij voorstaat, lijkt gebaseerd op een vooraf vaststaande overtuiging dat jij het bij het rechte eind hebt. Dat maakt echt gesprek onmogelijk.

 

Genade verkwanseld?

Je schrijft dat “de genade verkwanseld wordt” in vrijwel alle kerken – “licht, zwaar en alles daartussenin.” Dat is een zware aanklacht richting een groot deel van het Lichaam van Christus. Ik geloof dat de genade van God niet verkwanseld wordt, maar juist breed wordt gezocht, beleden en beleefd – soms binnen vaste structuren, soms daarbuiten. Is het altijd zuiver? Zeker niet. Maar dat gold in de eerste eeuw ook al – kijk naar de gemeenten in Korinthe, Galatië, Laodicea. Toch schrijft Paulus aan deze gemeenten als aan heiligen, en niet als aan “verkwanselaars van genade.” We doen er als gelovigen goed aan om de genade niet alleen te verdedigen als theologisch concept, maar ook te leven in de praktijk – met geduld, genade en liefde naar elkaar toe.
 

Wat me in het bijzonder opvalt, is je gebruik van de uitdrukking: “Zalig worden wij met onze armen over onze darmen.” Hoe plat ook bedoeld, het weerspiegelt een theologie waarin de mens compleet passief is en zaligheid enkel als een eenzijdige handeling van God wordt beschouwd – zonder enige innerlijke beweging of geloofsantwoord van de mens. Maar die visie doet geen recht aan het bijbelse getuigenis.

De Schrift leert juist dat Gods genade een uitwerking heeft in het hart van de mens, dat tot leven wordt gewekt. Niet als prestatie, maar als antwoord. Denk aan de verloren zoon (Lukas 15), die tot zichzelf kwam, opstond en terugkeerde naar de Vader. De Vader had het initiatief, de verzoening kwam volledig van Hem – maar de zoon stond op en ging op weg. Of aan de overspelige vrouw in Johannes 8, aan wie Jezus zegt: “Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer.” Genade vergeeft, maar roept ook op tot verandering.

In Handelingen 16 vraagt de stokbewaarder: “Wat moet ik doen om zalig te worden?” En Paulus antwoordt: “Geloof in de Heere Jezus Christus, en u zult zalig worden.” (vers 30-31). Hij zegt niet: “Wacht af, want u kunt niets.” Nee, hij roept op tot geloof – een werk van de Geest, maar ook een daad van overgave.
 

De woorden van Jezus zelf sluiten hierbij aan:

  • “Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen” (Johannes 6:37)

  • “Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken” (Johannes 7:37)

  • “Wie wil, die neme het water des levens om niet” (Openbaring 22:17)
     

Er is een duidelijk patroon in het Evangelie: genade is volledig van God, maar ze wordt aangeboden aan mensen die worden uitgenodigd om te komen, te geloven, aan te nemen, zich te bekeren. De mens wordt niet gered door inspanning, maar ook niet zonder bekering en geloof.

Zalig worden is geen passief wachten met gevouwen armen en gesloten hart, maar een leven dat ontvankelijk wordt gemaakt door de Geest – en dat antwoordt met geloof, hoop en liefde. Niet omwille van verdienste, maar als vrucht van wat de Geest werkt.

 

Uitverkiezing: God soeverein én de mens verantwoordelijk

Rijk, uit je woorden proef ik dat je een eenzijdige uitverkiezingsleer hanteert – in lijn met het klassieke (en soms strenge) calvinisme: de mens kan niets, wil niets, gelooft niet uit zichzelf, en zelfs ‘aannemen’ is in jouw visie al een vorm van menselijke inbreng die verdacht is.

Ik erken ten volle dat de Bijbel spreekt over uitverkiezing. Romeinen 9 spreekt over Gods soevereine keuze, en Efeze 1:4 zegt dat wij “in Hem uitverkoren zijn vóór de grondlegging van de wereld”. Tegelijk laat de Schrift ook zien dat de mens wordt opgeroepen om te antwoorden op Gods roepstem.

 

Neem bijvoorbeeld:

  • Johannes 1:12 – “Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.”

  • Handelingen 2:38 – Petrus roept op: “Bekeert u en laat ieder van u gedoopt worden.”

  • Jesaja 55:6-7 – “Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is.”

  • Openbaring 3:20 – “Zie, Ik sta aan de deur en klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent…”

  • Ezechiël 18:23 – “Zou Ik enigszins behagen scheppen in de dood van de goddeloze? Is het niet als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven?”

 

Deze teksten laten zien dat het mysterie van het heil niet alleen eenzijdig van boven naar beneden werkt, maar ook een oproep inhoudt – een uitnodiging om te geloven, te bekeren, aan te nemen. Niet als werk tot rechtvaardiging, maar als respons op Gods roepende liefde.

Het gevaar van een eenzijdige uitverkiezingsleer – zoals ik die in jouw woorden herken – is dat het de mens tot passiviteit leidt, en de liefdevolle uitnodiging van het Evangelie neutraliseert. Jezus weende over Jeruzalem (Lukas 19:41), omdat zij niet wilden – niet omdat zij niet konden. Dat maakt uit.

 

Ik geloof niet in een Evangelie waarin de mens zichzelf redt, maar evenmin in een Evangelie waarin de mens niets anders is dan een pion zonder wil of verantwoordelijkheid. Gods genade is alles, maar genade vraagt ook om een antwoord – en dát is het spanningsveld waarin het Evangelie krachtig is: God werkt in ons zowel het willen als het werken (Filippenzen 2:13), maar Hij doet dat in een relatie, geen mechanisme.

 

De Geest woont in ieder gelovige

Wat mij bovendien zorgen baart, Rijk, is de toon waarin je spreekt over andere gelovigen en bedieningen. In jouw woorden klinkt iets door wat ik alleen maar kan omschrijven als zelfingenomenheid. Je lijkt niet alleen overtuigd te zijn van je visie – wat op zich prima is – maar je presenteert die ook als de enige juiste weergave van het zuivere Evangelie. Daarmee suggereer je impliciet dat anderen buiten die waarheid vallen. Paulus zegt in Romeinen 12:3: “Denk niet hoger van jezelf dan u moet denken, maar denk bescheiden over uzelf, naar de mate van geloof die God ieder heeft toebedeeld.” En in 1 Korinthe 8:2: “Als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niet geleerd zoals het behoort.”

Je noemde onze beweging in je eerste ingezonden stuk “sektarisch”, waarmee je ons positioneerde als afwijkend en verdacht. Maar juist in jouw benadering zie ik kenmerken terug van wat sektarisch is: het claimen van exclusieve toegang tot waarheid, het afwijzen van vrijwel alle andere vormen van geloofsbeleving als verdraaid of misleid, en het minimaliseren van de Geest die ook in anderen werkt. Dat is geen houding van broederlijke eenheid, maar van theologische superioriteit. En dat is niet de weg van Christus, die zegt: “Hieraan zullen allen zien dat jullie Mijn discipelen zijn: als jullie liefde onder elkaar hebben” (Johannes 13:35).

 

Daarbij wil ik je uitnodigen om te erkennen wat God Zelf besloten heeft: dat Zijn Geest woont in ieder die wedergeboren is in Christus. Het is niet de mens die bepaalt wie de Geest ontvangt, maar God zelf. In Romeinen 8:9 staat: “Als iemand de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.” En verder: “De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn” (vers 16). Paulus schrijft in 1 Korinthe 3:16: “Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?” – niet alleen in enkele uitverkorenen of bepaalde stromingen, maar in iedere gelovige.

Als wij dus met anderen spreken – of het nu mensen zijn uit traditionele kerken, evangelische gemeenten of vernieuwingsbewegingen – dan spreken wij niet tot een leeg vat, maar tot een mens waarin de Geest woont. De een is misschien verder in openbaring of groei dan de ander, maar het is dezelfde Geest die werkt in ons allen (1 Korinthe 12:4-7). Als wij die Geest in een ander ontkennen of verdacht maken, spreken wij indirect tegen Gods eigen werk in. Dat is niet alleen een theologisch misverstand, maar ook een gevaarlijke vorm van geestelijke trots.

 

Tot slot, Rijk, ondanks onze verschillen wil ik jou blijven zien als broeder in Christus. Maar ik had gehoopt dat de liefde en het respect die jij zo krachtig claimt als vrucht van genade, ook tot uitdrukking zouden komen in je toon en houding.

Ik stel het op prijs dat je in beweging bent gekomen door mijn brief in Het Kompas, maar ik hoop dat je in de toekomst ook in beweging wilt blijven – niet alleen in je denken, maar ook in luisteren, ontvangen en respectvol omgaan met anderen in het lichaam van Christus.

De Waarheid laat zich niet claimen. Jezus is de Waarheid (Joh. 14:6), en in Hem mogen wij elkaar – met al onze theologische verschillen – ontmoeten. Niet in een gelijkvormigheid van mening, maar in de eenheid van de Geest, zoals Hij bad: “Laat hen allen één zijn” (Joh. 17:21).

6. Reactie van Rijk Kroon op de inhoud van de brieven

Dag Leo,

 

Het is nog te vroeg voor conclusies trekken uit mijn mails, lijkt mij. Toch nog maar een keer jouw laatste mail doorgelopen: Ja...Toch wel veel onbedoelde aanmerkingen richting mij. Ik moest wel glimlachen: Wat je mij verwijt doe jezelf ook onbedoeld denk ik. Maar goed...het gaat om de inhoud. Niet om wederzijdse beschuldigingen. Ik ga uit van het positieve dat we met elkaar mogen delen wat ons bezig houdt. Dat merk ik ook aan jou mails, grote betrokkenheid op het Woord van God.

 

Je zult steeds merken in mijn teksten dat ik niet van mijn weten uitga, maar wel wat ik door het geloof heb mogen ontvangen, door een hele lange tijd het Evangelie heb mogen horen en geloven. Dat heeft mij gevormd en daar ben ik nog steeds heel blij mee. Dat is alles onverdiende genade uit het liefde-hart van de Drie-Enige God. Ik geef kort enkele reacties op jouw laatste mail:

 

  1. Betrokkenheid op het Evangelie van mij. Ik draai altijd alles om: Het Evangelie heeft mij betrokken gemaakt, ook respect van mijn naaste. Ik mag meereizen met de armen van geest. De nietshebbende maar in Christus alles bezittende.

  2. Ik ken uit mijzelf niet de diepte en de rijkdom van het Evangelie, maar dit Evangelie is door de verkondiging door mij heen gegaan, met vallen en opstaan. Ook door de zwartste jaren van mijn leven.

  3. Het geloof beaamt dat de rijkdom voor ons alleen in Christus is.

  4. Het Woord heeft ervoor gezorgd en mij bekend gemaakt dat er maar 1 Evangelie is, zoals Paulus in de Galaten-brief zegt. ( Kom later wellicht terug over de context van de Galaten-brief.

  5. Liefde en respect groeit niet op de akker van de mens. Dat is genade om Christus wil.

  6. Genade hebben wij niet maar wordt zichtbaar gemaakt in de verkondiging van het Evangelie.

  7. Ik heb gelukkig geen theologisch concept waar ik over kan beschikken. En ben ruimdenkend gezien het kruislijden van Jezus Christus.

  8. Armen over darmen uitspraak heb ik expres gebruikt naar jou om e.e.a. helder te krijgen, waar jij staat..En het effect van deze uitspraak op jou is komt voor mij niet onverwachts en maakt het voor mij duidelijker. Kom ik nog wel op terug.

  9. Genade in mijn hart...is gevaarlijk Pietisme...ervaring in de mens. Belangrijker en troostrijke is het dat wij genade gevonden hebben in Gods ogen....in Christus.

  10. De stokbewaarder...Je denk toch niet dat zijn geloof een prestatie van hem is of een antwoord op de roep van de Apostel? God spreekt en het is er, hij gebiedt en het staat er. Het Woord is een kracht, een energos, dynamiet tot zaligheid. En je weet wel wat er gebeurt als het dynamiet ontploft? Dit o.a.: Zacheus, kom af, IK moet heden in uw huis zijn en blijven. En zo zijn er legio voorbeelden te geven: De Heere opende het hart van Lydia op Zijn Woord. Een theoloog zei: Als er nog 1 sprietje op mijn rug zou liggen m.b.t. de zaligheid dan was het voor mij VERLOREN.

  11. Verantwoordelijkheid van de mens...en uitverkiezing is souverein...Klopt niet met elkaar. Wij waren verantwoordelijk in het Paradijs. Dat hebben we verspeeld en nu ga jij die verantwoording weer op de schouders van die verloren mens leggen. Dat wordt een troosteloze boel broeder. De Israëlieten zeiden tegen Mozes op de Wet: Al wat de Heere zegt zullen wij DOEN. En hebben ze het gedaan. Zij zijn weer telkens afgewezen. God wilde dit volk van de aarde weg doen. Dat is de realiteit van de menselijke status. Daarom wordt het Evangelie voor een nietshebbende een troostrijke BOODSCHAP.

  12. Jij toont aan wat de mens moet doen...Abraham Kuyper in de tijd van de afscheiding ging bij theoloog Lutge op bezoek. Ze kwamen er niet uit. Op de stoep riep Kuyper: Ja..maar broeder wat moeten we dan doen? Opeens zag Lutge het. Hij zei broeder: Je moet helemaal niets doen, je moet en mag het aan God overlaten....de lijn van genade werd zichtbaar. Het doen zit de mens in het bloed..Van genade alleen leven is vanuit menselijk perspectief onmogelijk. Genade vraagt helemaal geen antwoord. . Het Woord is het antwoord en zegt uit genade worden we zalig....dat alleen is de blijde boodschap voor zwervers, vermoeiden, uitzichtloze, verdrietige mens, die zelf de graad nooit kan halen. Ik heb wel een tijdje doorgemaakt bij de zware patiënten uit de psychiatrisch hoek. Wat zeg je tegen die mensen. Een zware zieke jonge vriend zei tegen me: Jij bent beter dan ik, jij bent een Christen..Hoe weet je dat zei hij..nou jij bidt voor je eten. En jij dan zei ik: Voor mij kan het niet meer ik heb alles verpest, hij was onderwijzer. Ik weet nog dat ik zei: Als het voor mij kan, kan het ook voor jou. Zo mocht ik nog een woord zeggen in al mijn donkerheid en angst en spanning en depressie. Ik hoop dat God het gezegend heeft.

  13. De Heilige Geest woont in iedere gelovige. Ik heb in mijn huisbezoek naar een oude broeder het volgende gevraagd: Broeder, wat vind je belangrijker: Wat jij allemaal voor God gedaan heb in je leven, of wat God in Christus voor jou gedaan heeft? Hij pijnigde zijn hersens en ik herhaalde nog een keer de vraag. Opeens brak er iets door in zijn gezicht..Hij gaf Zijn Zoon...het kaatste natuurlijk. Ik werd er ook blij van. Het werk van de Heilige Geest is Christus voor de ogen schilderen. Dat moet en mag de hartstocht van de prediking zijn.

  14. De Waarheid is exclusief en maakt vrij. Ik kan niets beginnen met de Waarheid.

  15. Het is niet mijn visie en daarom niet zelfingenomen....Woord en Geest dat is de leidraad voor iedere zondaar, ook voor mij.

  16. leo...weet en geloof dat de blijde Boodschap uit Gods Woord, voortkomt uit Gods eeuwige liefde en Zijn vermaking met de mensenkinderen. Verkiezing hebben wij een gedrocht van gemaakt, vooral in sommige denominaties. Verkiezing komt voort uit het liefde-hart van God. Hij zal niet meer op ons toornen nog schelden in der eeuwigheid, want als God, menselijk gesproken, naar Zijn rechterhand kijkt ziet Hij Zijn Kind met doorboorde handen. Alleen daarom, komen wij eens thuis, waar geen inwoner zal zeggen ik ben ziek. Hier is alles nog onvolmaakt, besmet met onze zonde. En liefdeloosheid. Het is de last waarvan Paulus uitroept: Ik ellendig mens...Hij is er, maar Hij is er nog niet...Ja nu juicht hij voor de troon der genade.

Dit is even in steno mijn reactie op jouw laatste mail. Die laat ik verder rusten. Op de teksten ben ik nog niet ingegaan. Ik hecht aan de context en de betekenis vanuit de grondtekst van sommige woorden. Dat komt later wel.

7. Reactie van Rijk Kroon: De Paradijssituatie

Dag Leo,

 

Hier de beloofde verantwoording vanuit de Paradijs-situatie.

 

De geschiedenis van de mens versus Gods Heils-geschiedenis.

 

Vooraf wil ik zeggen dat er een grote schare zal zijn, die gekocht zijn door het bloed van het Lam. Uit alle geslachten, taal en natie of kleur zullen ze komen door Goddelijk Licht geleid. Arm en rijk..alles is vertegenwoordigd. En zij mogen zingen het lied van het Lam.

 

Het zou kunnen dat de huidige status van de kerkelijk denominaties min of meer lijden onder een gebrekkige of beschadigde prediking, uitzonderingen daargelaten. De gevolgen van deze aanname zijn zichtbaar bij de mensen. Ik heb verkwanselen genoemd van de genade, als ik het vriendelijk zou zeggen zonder oordeel dan is het Evangelie van pure vrije genade ver te zoeken, het wordt geweld aangedaan. Het doen van de mens wordt de gemeente opgelegd, bedekt of openlijk, want we zijn toch verantwoordelijk en gaan om eigen schuld verloren. Dit is een leugenachtige voorstelling van zaken.

 

Echter de strijd van Ismael en Izaak is van alle tijden, de meerdere zal de mindere dienen. Jesaja 63 getuigt daarvan ook op indrukwekkende wijze. De Heilige Geest is smart aangedaan. En in Handelingen 17 wordt Paulus vanwege de NAAM en de verkondiging van Jezus, een klapper genoemd. Maar, dat staat God niet in de weg, de armen van geest komen op Gods tijd toch thuis. 

 

Mijn missie en tevens ook mijn vreugde is iets proberen van het troostrijke geheim van Gods genade weer te geven voor de armen van geest. Die hun nietigheid verstaan, gebrokene van hart. Bij wie het alleen maar gaat om te mogen steunen op Jezus Christus. Ik heb geen behoefte in woordenstrijd. Dat geeft hete hoofden en koude harten. Nogmaals, het gaat niet om mijn gelijk, maar wat heeft God mij geleerd, of afgeleerd door Zijn Woord en Geest.

 

In Samuel wordt gesproken: Het Woord was schaars in die dagen. Het Evangelie kan zich ook verplaatsen, bijvoorbeeld naar andere landen zoals China. 

 

Wat ik uitspreek is geen veroordeling, het is een ontwikkeling die ik ervaar in veel kerken, waar ik mijn oor te luisteren heb gelegd. Maar nogmaals God houdt Zijn kerk in stand om Christus wil. Ik heb sterk de indruk dat het Woord aangepast moet worden aan de jeugd of de nieuwe kerkgangers, er moet van alles in een dienst gepropt worden.. Dat is onjuist en doet tekort aan de werking van dit Woord door de Heilige Geest.

 

Nu terug naar de kern van alles, waar alles zichtbaar begin:

 

Het Paradijs.

 

Het staat bij alle God-geleerden van naam wel vast dat de eerste drie hoofdstukken van de bijbel van Genesis de hele Schrift behelzen. Het Evangelie stuwt maar naar 1 punt: Dat wij door genade weer terug-geleid worden naar de oorsprong, de bedoeling van God met de mens. 

 

Ik zeg er direct bij Leo, dat dit een zaak van het geschonken geloof is. Wij zien met onze natuurlijke ogen niets van het geheim van Gods bemoeienis met deze wereld in schuld. Ik kan het niet overdragen aan een ander, dat kan God alleen door Woord en Geest, die onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn.

 

Wat was dan die oorsprong van de mens in het Paradijs?

 

Het is goed om Genesis 1 vers 27 als leidraad voor de uitleg te nemen:

 

"En God schiep de mens naar Zijn BEELD; naar het BEELD Gods schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hem."

 

Theologisch zijn er veel verklaringen als het over het Beeld van God staat versus de geschapen mens.

Dat laat ik verder rusten. Ik neem als uitgangspunt de vertaling die een gerenommeerd theoloog hanteert, zeer bekend ook met de Oosterse talen en uiteraard de grondtalen.

 

Je kunt ook lezen God schiep de mens IN Zijn Beeld. Zo staat het er in het Hebreeuws. Waarin kwam dat wandelen in Gods Beeld uit? De afstraling van de heerlijkheid van God, het uitgieten van Gods volmaaktheden. Het volgende zwakke beeld heb ik wel gebruikt: teken een grote cirkel op de grond waar de zon op kan schijnen. Als je nu als mens binnen die cirkel gaat staan, dan ervaar je de warmte van de stralen van de zon.

 

Nu, veel heerlijker, veel groter, was de status van de mens in het Paradijs. Er was harmonie, volmaakt tussen God en mens door Gods stralen van heerlijkheid. Hier schieten woorden tekort. Het was een situatie van aanbidding en vreugde van de mens naar God. Vrijheid.. De situatie in Paradijs bestond niet uit gaven maar uit een volmaakte levensruimte. O, diepten van rijkdom...hoe onnaspeurlijk zijn Gods wegen.

 

Adam hoefde niet te werken. Werken in de betekenis om Gods gunst te verdienen. Hij mocht bouwen in de Hof en bewaren. Maar, de eerste mensen hebben God niet in erkentenis gehouden en zijn ongehoorzaam geweest. Zij zijn eigenlijk dus uit het Beeld van God gestapt. Let op..hier begint het zelf doen..dat was het Parool van de mens en daar hield God de mens ook aan. De mens moet het nu ook echt zelf doen. Je hoort dat nu nog steeds in de prediking helaas.

 

En wat had God gezegd als de eerste mensen ongehoorzaam zouden zijn aan Zijn Woord? Omdat gij dit gedaan hebt, zult gij de dood sterven. Daar staat eigenlijk: Stervende zult gij sterven, de tijdelijke, de geestelijke en de eeuwige dood. Een complete dodelijke  situatie zijn de gevolgen voor de mens, ook voor ons. Wij delen in die ongehoorzaamheid. Wij zijn dood in zonde en misdaden. Dat betekent zonder God, dat is de onthutsende waarheid.

 

Wat is eigenlijk dat woord zonde? Zonde is dat men namelijk niet doet waar God het gedaan wil hebben. Zonde gaat van God af. Zonde is het afwijken van de stand die God ons gegeven had. Wij waren in Gods Beeld en zijn er uitgevallen of gelopen, moedwillig. Deze opvatting is van een geweldige veelomvattende betekenis. Het is de doodsteek, voor de ethiek, de moraal, de zedenleer. Zondenis daarom datgene wat de mens zelf nog wil werken, hoe goed ook bedoeld. Zolang er iets van de mens zelf bij is, is het zonde. Zonde in bijbelse betekenis is het missen van je doel, uit het Beeld van God.

Onze armoede is dat wij dit niet willen en kunnen geloven..dat geloof ontstaat pas door Openbaring van God in Christus. Dan gaan we pas zien wat een ellendelingen we zijn. Dan kan de droefheid je hard vervullen: O, Heere, ik wil om Uw lieve Zoons wil niet zondigen. Maar één van uw knechten zei als: Niet kunnen niet zondigen. En Paulus noemt zich de grootste der zondaren..

 

Zullen wij dan niets doen, wij kunnen niets anders dan zondigen. Wat een ontnuchterende waarheid. Terwijl ik het opschrijf, zeg ik Heere dit is Uw Waarheid, niet van mij. Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp. De zonde wordt steeds erger, zolang wij ons buiten het Beeld van God bevinden. Wij kunnen alleen maar van genade leven, omdat dat IETS is wat van GOD komt.

 

Bidden, zingen, stichtelijke boeken lezen, de eenzaamheid opzoeken, naar de kerk en aan het Avondmaal gaan, dagelijkse afzondering, het volk van God opzoeken, de naaste liefhebben, kuis, eerlijk en braaf leven en heilig….let op lezers: Dit is slechts allemaal werken van de Wet. Zonde is namelijk datgene wat wij doen BUITEN het BEELD van God. God-loos. Vlees is wat niet Geest is elke zonde is nog een bewijs dat wij als God willen zijn.

 

Zelf iets ter hand nemen. Wij zijn niet tevreden met wat God ons wil schenken uit genade. Iedere levende relatie buiten God, de Gebieder van hemel en aarde als ongeloof, zonde, als een Gode vijandig werk.

 

Maar er gloort LICHT en UITZICHT…niet uit ons… Daarover de volgende keer. Het is nuttig dit goed te lezen en herlezen en biddend te overdenken. Wat voor de 1 direct duidelijk en wonderlijk en troostrijk kan zijn, vanwege de omgang in het hele leven met deze vreugdevolle Boodschap. Voor de ander die dit voor het eerst leest, kan ik me de reactie voorstellen: Wat is dit nu? Het is de troostrijke Waarheid, die zichtbaar geworden in Jezus Christus.

 

He5 zwaard des Geestes is het Woord. Niet om te snijden of te oordelen maar om te troosten en te vergaderen. Dat is mijn hartelijke bede voor deze dialoog.

 

Hartelijke groet en een gezegende zondag.

Rijk Kroon.

8. Reactie van Rijk Kroon: De Paradijssituatie deel 2

Broeder Leo,

 

Hier het vervolg op de vorige mail m.b.t. de Paradijs-situatie na de ongehoorzaamheid en val van de eerste mensen en ook van ons. Ik heb aangegeven dat wij in een verloren situatie, van onze plaats in het Paradijs door God zijn verdreven. We staan nu op eigen benen en moeten het zelf doen. We hebben God de springader van levend water vaarwelgezegd! Wij nemen nu in plaats van dat we het ons laten geven...zij nam en hij nam...

 

Die dit mag ontdekken door de Blijde Boodschap gaat bekennen: Die Eva ben ik en die Adam ben ik. Op dat punt komt de mens nooit uit zichzelf tot die erkentenis. Dit is een hele belangrijke vaststelling uit het Woord. De profeet Nathan kwam pas na een jaar naar David, na zijn zonde, en vertelde hem de waarheid. Toen pas kwam de psalm op zijn lippen: Gena...O, God Gena...Ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u zei ook de verloren zoon. Zijn vader was al met hem bezig.

 

Maar wat doet God na de Paradijs-zonde? Denkt God, wat moet ik met die ongehoorzame mensen? Vernietigen? Wegdoen? Nee dat wil en doet God niet. Wat wil God dan? Hij wil in Zijn grote barmhartigheid en liefde die verloren mens, die uit Gods Beeld is gelopen, weer terugbrengen in dat Beeld.

 

Hoe dan? God belooft aan Adam en Eva Zijn geliefde Zoon. Deze Zoon gaat het door ons geschonden beeld weer herstellen. Kolossenzen 1 vers 15: Hij, de Zoon van God, Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de EERSTGEBORENE van heel de schepping.

 

God belooft via een onmogelijke weg Zijn Zoon aan Abraham. In zijn zoon Izaak zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. Uit die lijn van Izaak wordt ook de Christus der Schriften geboren, het Beeld van God.

 

Na de ongehoorzaamheid in het Paradijs hoorden Adam en Eva, dat de aarde vervloekt is en er ook smart komt in het leven en met het baren van kinderen. De harmonie van het Paradijs is weg. De zonde heeft zijn intrede gedaan. Je ziet nu nog als je in bijvoorbeeld een verzorgingshuis komt en je geliefde ziet wegkwijnen. Het maakt je verslagen en verdrietig en machteloos. Je kunt niet meer praten met elkaar. De gedachte is versluierd. Het onvolmaakte is er nog steeds in allerlei vormen. In het geloof mogen we op weg zijn naar de volmaaktheid. Hoe lang noch Heere?

 

Goed...God geeft zijn Woord, Zijn belofte. En alles wat bij God vandaan komt is goed. Maar O, zie toch die weg van de belofte, van de Beloofde Zoon in het Oude Testament. Wat een weg met hindernissen, ongeloof, murmureren, zingen ook gelukkig. Het volk Israël is door Gods sterke hand uit Egypte verlost, verlost van het juk van de slavernij. Farao heeft het volk losgelaten na de laatste plaag van dood en verderf. Maar op een moment komt hij tot zichzelf en jaagt het volk achterna.

 

Het volk staat de Rode zee. Bergen rondom en achter de jagende meute van Farao die beslag komt leggen op hun vrijheid. En nu de praktijk: Mozes had ons toch maar in Egypte gelaten, nu moeten we sterven. En Mozes bidt tot God. Wat is het antwoord: Zeg de kinderen Israëls dat ze voorttrekken. Voorttrekken? Oude grijsaards, kinderen, zwangere vrouwen, bange mannen...voorttrekken..met voor hen de Rode Zee. Maar O, wonder van genade de Beloofde Zoon reist mee. Gods belofte zal vervuld worden, want het Beeld Gods moet hersteld worden via deze Beloofde Zoon.

 

Hier mogen we met blijdschap toch concluderen dat het Woord Zijn werk doet, daar is niets van de mens bij, gelukkig maar want anders ging het goed mis.. Het is dan ook alleen het machts- Woord van God via Mozes. De geschiedenis is bekend. De Zee vlood voor Gods Aangezicht en ze gaan een lange gemêleerde stoet van twijfelaars en gelovige, totaal ongeveer 2 miljoen mensen en dieren. En aan de overkant zingen ze een prachtig lied: De Heere is mijn kracht en lied, Hij is mij tot heil geweest.

 

In de hele Oud Testamentische bedeling en ook in het Nieuwe Testament en ook in ons leven van de wieg tot het graf domineert Gods genade en ontferming, zichtbaar geworden in Zijn Zoon. Uiteraard kom ik daar nog uitgebreid op terug. Let op in alles is het Woord van God synoniem met het Beeld van God.

 

Tot zover...wordt vervolgd met deel 3

 

Hartelijke groet

Rijk kroon.

9. Reactie van Leo van Wijngaarden: op de Paradijssituatie deel 2

Broeder Rijk,

 

Hartelijk dank voor je uitgebreide reacties en de moeite die je neemt om je gedachten zo helder en betrokken te delen. Ik proef in alles je diepe bewogenheid met het Woord van God en de eerbied waarmee je Zijn genade benadert. In een tijd van theologische vindingrijkheid en verwarring ben ik ervan overtuigd dat het meer dan ooit nodig is om geestelijk volwassen vaders te hebben die bewaken, onderwijzen, maar ook inspireren. Je deelt uit wat je ontvangen hebt, en dat is kostbaar.

Tegelijk geloof ik dat geestelijk vaderschap vraagt om een houding van samen oplopen, en samen ontdekken – met openheid voor wat de Geest ook aan de jongere generatie wil openbaren. In dat licht past de term "armen van geest" niet helemaal in deze context. Die term is bijbels (Matt. 5:3), maar wordt vaak toegepast op mensen die hun geestelijke armoede beseffen – terwijl hier juist ook sprake is van mensen die zoeken, groeien en verantwoordelijkheid willen nemen voor het Evangelie in deze tijd. Jongeren die gevormd willen worden, maar niet geblokkeerd. Daarom geloof ik dat we als geestelijke generaties elkaar hard nodig hebben – in harmonie en openheid, zonder angst voor nieuwe inzichten die getoetst worden aan het Woord.

Ik zie uit naar je verdere toelichting op Galaten. Je noemde het eerder en ik ben benieuwd naar hoe jij de context en kern van Paulus’ boodschap daar uitlegt. Zelf zie ik daar het spanningsveld tussen genade en wet, en tussen vlees en Geest. Maar ik hoor graag jouw duiding.

 

Over punt J

Je schrijft over de stokbewaarder en het dynamiet van het Woord, en noemt als voorbeeld Lydia, van wie het hart werd geopend. Dat beeld begrijp ik goed. Waar ik nog wat hulp bij zou willen: je stelt dat het geloof van de stokbewaarder geen antwoord of reactie is, maar puur het gevolg van Gods spreken. Zou je me kunnen uitleggen hoe jij dat ziet in het licht van Paulus' oproep: “Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden” (Hand. 16:31)? Die tekst suggereert immers dat het geloof een concrete stap is die van de stokbewaarder wordt gevraagd.

 

Over punt K

Je stelt dat verantwoordelijkheid en verkiezing niet met elkaar te rijmen zijn. Dat zie ik anders. Gods soevereiniteit sluit voor mij de menselijke verantwoordelijkheid niet uit. In het Paradijs verspeelde de mens inderdaad zijn verantwoordelijkheid, maar dat betekent niet dat hij er nu geen meer draagt. In Romeinen 1 lezen we dat “de mensen geen verontschuldiging hebben” (Rom. 1:20). En in Johannes 3:19-20 zegt Jezus dat “de mensen de duisternis liever hadden dan het licht” – er is dus een actieve afwijzing. Zou het niet kunnen dat Gods verkiezing ons tot leven roept, en onze verantwoordelijkheid ons oproept om dat leven ook te ontvangen?

 

Over punt L

Je stelt dat het Evangelie geen ‘moeten’ bevat. Dat ben ik deels met je eens: bekering en geloof zijn geen opgelegde plichten, maar een natuurlijke vrucht van Gods aanraking. Toch zien we dat de Bijbel wel degelijk een oproep tot antwoord bevat, die niet vrijblijvend is. Denk aan:

  • “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent…” (Openb. 3:20)

  • “Bekeer u en geloof het Evangelie.” (Markus 1:15)

  • “Wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.” (Openb. 22:17)

  • “Laat u met God verzoenen.” (2 Kor. 5:20)

Deze teksten laten zien dat er een uitnodiging ligt, en dat die uitnodiging beantwoord wil worden. Niet uit plicht, maar uit een nieuw hart – dat door de Geest is aangeraakt.

 

Over punt M

Hier ben ik het van harte met je eens. De Heilige Geest wijst altijd naar Jezus (Joh. 15:26), en Jezus wijst op Zijn beurt naar de Vader (Joh. 14:9-10). De Geest verheerlijkt Christus, en Christus openbaart het hart van de Vader. Deze goddelijke samenwerking is prachtig en fundamenteel voor onze prediking en ons leven. Dank dat je dat zo helder benoemt.

Wel vind ik je formulering in punt M wat zwaar aangezet. Je schrijft met veel ernst, maar het Evangelie is voor mij óók een boodschap van blijmoedigheid. In Christus is er vrijheid, vreugde en hoop. Of zoals David zingt: “U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht” (Psalm 16:11). De ernst van de zonde is reëel, maar de vreugde van het Evangelie mag daar niet door overschaduwd worden. We zijn niet alleen zondaren onder een heilig God, maar ook kinderen aan het hart van de Vader. Dat mogen we vieren.

 

Over je observaties m.b.t. de kerk

Je beschrijft hoe de kerk vandaag vaak worstelt met verwatering en het “opproppen” van diensten. Dat zie ik helaas ook. Juist dát is één van de redenen waarom wij De Donk Ministries zijn gestart. Geen kerk in traditionele zin, maar een vernieuwingsbeweging die ruimte biedt aan verdieping, Heilige Geest-werking, onderwijs en toewijding. De honger naar echtheid, eenvoud en geestelijke diepgang is groot – vooral onder jongeren.

Ik geloof dan ook meer in een organische vorm van ekklesia dan in een zwaar georganiseerde kerkstructuur. De gemeente als levend lichaam, geleid door de Geest, gevormd door liefde, dienstbaarheid en waarheid. Ik proef iets van diezelfde geest in jouw beschrijving van de tijd in Hilversum. Daar kom ik later graag nog op terug.

Wat je schrijft over het spreken van God in andere landen herken ik diep. Ik mag regelmatig reizen naar plekken waar het Woord met eenvoud gebracht wordt, en de respons soms overweldigend is. Tientallen mensen die op hun knieën vallen, geraakt door Gods aanwezigheid. Dat proces is kwetsbaar, maar van onschatbare waarde. De eenvoud van het Woord, in de kracht van de Geest, maakt zielen levend.

 

Tot slot – het Paradijs

Je uitleg over de Paradijssituatie en de gebrokenheid van de mens spreekt me aan. In hoofdlijnen ga ik daarin met je mee. De mens is uit het beeld van God gevallen en leeft nu los van de bron. Maar wat een genade dat God niet loslaat wat Zijn hand begon. In Christus mogen we terugkeren tot dat beeld (Kol. 3:10). Ik kijk uit naar deel 3 van je uiteenzetting.

Nogmaals dank voor je openheid en je bewogenheid. Ik ben blij dat je deze briefwisseling niet ziet als woordenstrijd, maar als een poging om te delen uit wat ons gegeven is. Moge Gods Geest ons in alles leiden – in waarheid én in liefde.

Hartelijke groet en zegen

10. Reactie van Rijk Kroon: De paradijssituatie deel 3 en een tussenstap

Beste Leo,

Dank voor je mooie en duidelijke reactie. Je hebt een gave om de dingen helder onder woorden te brengen. Ik heb weer flink wat huiswerk van je gekregen – en dat is goed, het houdt me scherp. Je vragen zijn fundamenteel, daar moeten we het samen over hebben. Op alles hebben we geen pasklaar antwoord, maar dat geeft niet.

Je zorg over jongeren deel ik. Bij ons zie je dat jongeren rond hun 16e/17e afhaken, en dat is zorgelijk. Tegelijk zijn er veel jonge gezinnen, dus er is hoop.

Veel onderwerpen die jij aanroert herken en erken ik. Op sommige punten kijk ik er net wat anders naar, maar dat is geen probleem. Zeker wat je zegt over de blijdschap van de verkondiging: die is nodig. Het offer van Jezus Christus is sterker dan alle zonde en ellende. Dat mag gehoord worden. Mijn eerdere woorden over de zonde zijn bedoeld als duiding, een ondergrond voor wat komt in het Nieuwe Testament.

1. Vervolg op de belofte in het Oude Testament en de functie van de Wet

We hebben gesproken over de zondeval. De gevolgen zijn tot vandaag zichtbaar. Wat is de mens? Oorlogszuchtig, met slangenvenijn op de lippen. Niet kennende de weg van vrede. Er is niemand die God zoekt.

En toch – O wonder van genade – baant God een weg door onze woestijn, door ongeloof en onmogelijkheid. Denk aan Abraham. Hij kreeg een belofte, maar kon niet wachten. Sara’s initiatief om Hagar aan Abraham te geven, leidde tot Ismaël – het eigen werk van de mens. Maar Gods belofte bleef staan. Izak werd geboren, en in hem zouden alle geslachten gezegend worden.

430 jaar later gaf God Zijn Wet, die heilig, rechtvaardig en goed is. De Wet wordt vaak verkeerd begrepen. Paulus zegt in Galaten 3 dat de Wet erbij gekomen is om de overtredingen te laten zien – tot op Christus.

De Wet is geestelijk – ontsproten aan Gods liefdehart. Niet als prikkeldraad, maar als opvoeder, paedagoog, die het kind naar school leidt. Ze begint zelfs met Evangelie: “Ik ben de HEERE uw God.” De Wet stelt onze overtredingen aan het licht, maar is bedoeld als richtingaanwijzer, als spiegel.

Toch wil God dat Zijn Wet gedaan wordt. Israël zei het wel: “Al wat de HEERE zegt, zullen wij doen.” Maar ze deden het niet. En wij ook niet. Dat is de realiteit.

De tollenaar uit Jezus’ gelijkenis is hier een voorbeeld van een goed gebruik van de Wet: “O God, wees mij zondaar genadig.” Hij ging gerechtvaardigd naar huis.

De Hebreeuwse tekst geeft ruimte voor een vertaling waarin Gods belofte doorklinkt: “Gij zult niet doden…” kan ook gelezen worden als: “Ik zal ervoor zorgen dat gij niet doodt…” – een schitterende belofte dat God Zelf zal doen wat wij niet kunnen.

De Wet is in feite het voorlopige portret van Christus. Op de Sinaï wordt al iets zichtbaar van de gezegende vervulling die komt. In de Wet ligt het beeld van de Beloofde verborgen. Simchat Thora – vreugde over de Wet – omdat die op Jezus wijst. Hij is de telos tou nomou, het doel van de Wet.

De catechismus plaatst de Wet niet in het kader van ‘doen’, maar van ‘dankbaarheid’. Vanuit de zekerheid dat we Christus toebehoren, mogen we leven uit dank.

Heel de boodschap van genade ligt vast in Genesis 3. Daar wilde de mens zelf bepalen wat goed en kwaad is. Verlossing begint als wij God weer laten zeggen wat goed is. Elke ketterij vindt haar oorsprong in het moralisme: wij willen zelf bepalen.

2. Over de kerk en het synodale juk

Ik ben het met je eens over het juk van kerkelijke systemen. In Hilversum hadden we een eigen kerk, een pastorie en een predikant met een grote gave voor de verkondiging. Al dat gewauwel over fusies of vrouwen in het ambt, dat is religie zonder God. Weg met dat juk.

Mijn pastor zei: “Als honderd meter verderop in een schuur het Woord zuiver wordt verkondigd, dan ga ik daarheen.” Als dat jouw beweegreden voor De Donk is, dan begrijp ik dat. Destijds heb ik in mijn eerste brief de nadruk gelegd op Gods initiatief – niet de mens sticht een kerk, maar God doet dat door Woord en Geest.

3. Over objectieve en subjectieve waarheid

Soms denken mensen dat wij ‘over het Woord regeren’. Maar ik zie dat anders. Ik wil niet uitgaan van mijn ervaring of gevoel, maar van wat God geopenbaard heeft. Objectieve waarheid is hoe het écht is – zoals Gods Woord het zegt. Dat staat los van ons gevoel of onze waarneming.

De Geest is degene die het Woord tot leven brengt. De schrijvers van de Bijbel waren geïnspireerd. Wij zijn dat niet, maar mogen, als de Geest het wil, geleid worden in de juiste richting.

Subjectieve waarheid is gebaseerd op ervaring. Die is wisselvallig en vaak onbetrouwbaar. De evangelische beweging wil de weg naar God zo breed mogelijk maken, maar dan bestaat het risico dat de waarheid wordt opgeofferd aan het verlangen om mensen te winnen. Dat zie ik als een gevaar.

De kern blijft: er is maar één Evangelie, één Waarheid, en dat is Jezus Christus. De rest valt weg. Hermeneutiek is daarom belangrijk: wat zegt het Woord, in welke context? De geopenbaarde dingen mogen we leren, en dat is genade.

4. Over de uitdrukking “armen van geest”

Je vroeg om een verduidelijking van “armen van geest”. Dat is terecht. We moeten afwijzen dat dit zou gaan over mensen die sociaal arm zijn, of dom, of eenvoudig van kennis. De Bijbel maakt daar geen voorrecht van.

“Armen van geest” zijn mensen die geestelijk arm zijn en zich daarvan bewust zijn. Ze weten dat ze niets hebben om op te staan. Ze rekenen nergens op, hebben niets om in te brengen, zelfs niet de kennis of kunde die daarvoor nodig is. Lukas 4:18 en Jesaja 61 laten zien: aan hen is het Evangelie beloofd. Zij zijn de eersten met wie God op weg gaat.

 

Tot slot

Ik hoop in mijn volgende mail iets te schrijven over de volheid van de tijd – wat er gebeurde toen Christus kwam. En ik kijk uit naar jouw verdere reactie.

 

Hartelijke groet,
Rijk

11. Reactie van Leo van Wijngaarden: Verschillen en overeenkomsten

Beste Rijk,

 

Dank weer voor je openhartige, doordachte en respectvolle reactie. Ik proef in alles je liefde voor het Woord, je eerbied voor God en je verlangen om trouw te blijven aan de kern van het Evangelie. Dat raakt me. Ook het feit dat je de moeite neemt om dingen grondig uit te werken, met zorgvuldige taal en rijke bijbelverwijzingen.


Ik vind het waardevol dat je zo helder aangeeft waar we elkaar (al dan niet) verstaan. En ik ben blij dat je — ondanks verschillen in visie — de toon zacht houdt, zonder woordenstrijd. Dat maakt ruimte voor echte ontmoeting. Ik ben zo vrij geweest om de verschillende emails van afgelopen dagen samen te voegen en onder te verdelen in overzichtelijke punten die ik weer publiceer. Lees ze grondig na want ik wil niet dat er onzorgvuldigheden aandienen.

Je opmerking over de zorg voor jongeren deel ik van harte. Ik ben er wel van overtuigd dat de Heilige Geest ook aan hen openbaring geeft, op een manier die soms voor ons verrassend is. We moeten ervoor waken dat we die ontdekkingen niet blokkeren vanuit voorzichtigheid of traditie.

Wat je schrijft over “armen van geest” begrijp ik. Tegelijk denk ik dat geestelijke armoede niet automatisch passiviteit of domheid betekent. Juist die houding van afhankelijkheid opent de deur voor openbaring, gehoorzaamheid en groei. En in die zin mogen ook jonge gelovigen “arm van geest” zijn, maar tegelijk vol verwachting dat God hen zal gebruiken. We zijn allemaal in meer of mindere mate afhankelijk van geestelijk groei die Christus door Zijn Heilige Geest in ons bewerkt.

 

Hier raken we meteen ook aan de reden waarom wij De Donk Ministries gestart zijn. Ons bestaan is geen reactie tegen de kerk, maar een antwoord op een roep die we hebben ontvangen. Tijdens onze doop sprak God krachtig tot ons vanuit 2 Timotheüs 2:2: “En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderwijzen.” Dat is de basis geworden van onze missie: om geestelijk onderwijs, bekrachtiging en doorwerking van het Woord van God door te geven aan een nieuwe generatie. Niet als parallelkerk, maar als vernieuwingsbeweging. Wij willen mensen helpen om dieper geworteld te raken in Christus, om beproefde leer te ontvangen én zelf weer uit te delen. Daarbij geloven we dat Woord en Geest hand in hand gaan, en dat het lichaam van Christus méér is dan één vorm of structuur. Het is een levende beweging, geleid door Christus als Hoofd.

 

Ik wil ook benadrukken dat ik sterk de indruk heb dat we op heel wat vlakken eigenlijk op één lijn zitten. We delen het fundament van het geloof: de centrale plaats van Christus, de kracht van genade, het gezag van het Woord en de noodzaak van een leven dat geworteld is in waarheid en geleid wordt door de Geest.

Tegelijk zie ik dat er soms verschil zit in toon en beleving. Jij drukt dingen vaak zwaarder en indringender uit dan ik, en dat is begrijpelijk gezien je achtergrond, je vorming en je ervaring. Bij mij klinkt de toon misschien iets lichter, vanuit de vreugde van het nieuwe leven in Christus – zonder daarmee de ernst van zonde en verlorenheid te willen verdoezelen. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Wat ons verbindt is groter dan wat ons scheidt, en ik geloof dat de Geest ons beide perspectieven wil laten zien – als verschillende kleuren in hetzelfde licht. Dat maakt deze uitwisseling rijk en leerzaam voor ons allebei.

 

Voor het overzicht heb ik hieronder onze verschillen beknopt op een rij gezet, niet om te polariseren, maar om helder te houden waar onze accenten liggen:

  1. Menselijke verantwoordelijkheid vs. puur soevereine genade
    Rijk: De mens kan, wil en doet niets uit zichzelf. Alles komt 100% van God.
    Leo: Genade is 100% Gods initiatief, maar roept wél tot een (door de Geest bewerkte) respons (Joh. 6:29; Hand. 16:31).

  2. Bekering als opdracht vs. bekering als louter gevolg
    Rijk: Bekering is geen opdracht, maar enkel vrucht van Gods eenzijdige handelen.
    Leo: Bekering is een opdracht (Marc. 1:15), maar wordt mogelijk gemaakt door de Geest (2 Tim. 2:25-26).

  3. Gebruik van de Wet
    Rijk: De Wet is goed als spiegel, maar het ‘doen’ leidt tot moralisme.
    Leo: De Wet wijst op Christus (Rom. 10:4) en leert ons wandelen in liefde (Rom. 13:10; Gal. 5:14).

  4. Objectieve waarheid vs. ervaring
    Rijk: Alleen de objectieve waarheid van de Schrift is betrouwbaar.
    Leo: De Schrift is hoogste norm, maar de Geest bevestigt die in ons hart (Rom. 8:16).

  5. Kerkstructuur
    Rijk: De ware kerk ontstaat door Woord en Geest, niet door menselijk initiatief.
    Leo: De Donk is geen kerk, maar een beweging vanuit roeping, met ruimte voor vernieuwing en verdieping.

  6. Taal en toon
    Rijk: Ernst, gewicht en zondebesef staan centraal.
    Leo: Zonde is reëel, maar het Evangelie is ook goed nieuws van blijdschap (Ps. 16:11; Rom. 5:2).

  7. Verkiezing en menselijke keuze
    Rijk: Verkiezing sluit elke menselijke reactie uit.
    Leo: Gods verkiezing is soeverein, maar Christus’ verlossing is voor de wereld (Joh. 3:16; 1 Joh. 2:2), en de mens wordt opgeroepen te reageren (Openb. 3:20; Joh. 1:12; Hand. 2:38). Zijn Geest werkt het geloof in ons, maar sluit de menselijke wil niet uit (Fil. 2:13). Verkiezing is niet fatalisme, maar roeping tot leven.

 

Wat ik ook bijzonder vind is dat we elkaar theologisch vaak dichter naderen dan het in de praktijk soms lijkt. In het dagelijks leven loop ik vaak aan tegen hoe groot de verschillen zijn in beleving en uitvoering van kerkdiensten. De inhoud kan Bijbels zuiver zijn, en toch is de vorm zó verschillend dat mensen het idee krijgen dat we totaal andere evangelies verkondigen.

Onze samenkomsten worden soms weggezet als “popconcerten” of als lichtzinnige bijeenkomsten waarin de eerbied voor Christus zou ontbreken. Dat raakt me, want achter die uitingen schuilt vaak een diep verlangen om Hem groot te maken — met hart, ziel, verstand én lichaam. De vorm is anders, ja. De muziek is eigentijds, de toon soms losser, de liturgie flexibeler. Maar onze intentie is dezelfde: Jezus centraal stellen en het hart van de Vader bekendmaken.

Tegelijk herken ik ook de kracht en diepte van sobere, verstilde vieringen. De eerbied, het zwijgen, het Woord centraal — dat is rijkdom. En ik geloof dat beide vormen elkaar niet hoeven uit te sluiten, zolang de kern behouden blijft: Christus gepredikt, verhoogd, en gevolgd. Misschien is dat ook onze uitdaging als Lichaam van Christus: niet uniformiteit, maar eenheid in verscheidenheid. Hoe we Hem prijzen mag verschillen, maar dát we Hem prijzen — dát is wat ons verbindt.


Een ander punt waarin onze beweging misschien verder gaat dan wat traditioneel wordt aangehouden, is de uitvoering van de vijfvoudige bediening (apostel, profeet, evangelist, herder en leraar – Ef. 4:11) én het actief ruimte geven aan de gaven van de Heilige Geest zoals genoemd in 1 Korinthe 12 en 14. Wij geloven dat deze bedieningen en gaven niet zijn opgehouden bij de eerste apostelen, maar juist gegeven zijn “totdat wij allen gekomen zijn tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus” (Ef. 4:13). In orthodoxe kringen merk ik regelmatig terughoudendheid of zelfs afwijzing van deze gaven, vaak ingegeven door de zogenaamde bedelingenleer (dispensationalisme). Volgens die visie zouden de geestesgaven en apostolische bedieningen zijn opgehouden na de eerste eeuw. Maar ik zie dat anders — en ik geloof ook dat de Schrift daar duidelijk over is:

“Verbied het spreken in tongen niet.” (1 Kor. 14:39)

“Blus de Geest niet uit. Veracht de profetieën niet.” (1 Thess. 5:19-20)
“Aan ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is.” (1 Kor. 12:7)

 

Als wij vandaag de dag de gaven weren uit de gemeente, ontnemen we onszelf de volheid waarmee Christus Zijn lichaam wil toerusten. Daarom geloof ik dat de bedelingenleer – hoe logisch en systematisch hij ook oogt – in de praktijk een valse leer is, omdat hij krachteloos maakt wat God juist als krachtmiddel heeft gegeven. Niet als spektakel, niet buiten het Woord om, maar als levende uitwerking van het Woord, tot opbouw, bemoediging en toerusting van de gemeente.

Ik ben benieuwd hoe jij hiernaar kijkt, Rijk. Juist omdat jij Gods Woord zo serieus neemt en er grondig mee omgaat, hoor ik graag of je hier een ander zicht op hebt — en waarop dat is gebaseerd. Als we ergens zuiverheid en leiding van de Geest nodig hebben, is het wel op dit punt.

 

Ik herken jouw afkeer van religieus gewauwel en systeemdenken. En ik hoor in jouw woorden ook het verlangen naar zuiverheid en echtheid – daar vinden wij elkaar.

Ik kijk uit naar je volgende brief over “de volheid van de tijd”. Een prachtig thema om samen verder op te reflecteren.

 

Met hartelijke groet en verbondenheid in Christus,

12. Reactie van Rijk Kroon: op brief 11, verschillen en overeenkomsten

Broeder Leo,

Wat een rijke uitwisseling mochten we hebben rondom het Woord. Zoals beloofd wil ik in deze brief een aantal thema’s samenvatten die we in onze correspondentie geraakt hebben. Het is veel, maar hopelijk ordent het ook. Moge de Heere Zelf Zijn Woord aan onze harten verzegelen. Ik schrijf dit zoals ik het ontvangen heb, tot opbouw, vermaning en troost.

 

I. Christus alleen – het fundament van het geloof

"Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2:20). Wat een bazuinstoot van het Evangelie. Alles wat van de mens is, wordt afgebroken, opdat Christus alleen overblijft. Dat is de ware troost. Het geloof rust niet op ons gevoel, niet op onze werken, maar op het volbrachte werk van de Zoon van God, Die Zichzelf heeft overgegeven uit liefde. Dit is geen theologisch construct, maar een geestelijke werkelijkheid waarin de ziel rust vindt.

Aan het kruis zien wij hoe groot onze zonden zijn, maar tegelijk hoe diep Gods liefde reikt. In Christus is de Wet vervuld, de straf gedragen, het Beeld van God hersteld. De eerste Adam is gestorven, maar in de tweede Adam is er leven, vrijheid, vergeving en vredeDe verlossing is volledig een werk van God. De Zoon heeft Zichzelf vernederd tot in de dood des kruises. Hij heeft onze zonden gedragen, onze straf op Zich genomen. Jesaja 53 spreekt in voltooide tijd over deze Man van smarten: "De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem." In Hem is het Beeld van God hersteld dat wij door de val verloren hebben. Hierin ligt alle troost voor verloren mensen: Christus in onze plaats, zonder ons en toch voor ons.

 

II. De rol van de Wet en de geestelijke strijd

De Wet is geestelijk, heiligvan God is heilig, rechtvaardig en goed. Zij wijst ons op Christus. Toch kan de Wet niet zaligmaken. Door de Wet sterft de mens aan zichzelf. Maar de Wet krijgt haar ware betekenis in het geloof. De strijd tussen vlees en geest blijft – Paulus roept het uit: "Ik ellendig mens!" – maar de Geest wijst ons telkens terug naar Christus. In Hem is geen verdoemenis meer.is een geestelijke Wet, bedoeld om ons bij Christus te brengen. "Door de Wet ben ik voor de Wet gestorven," schrijft Paulus. De Wet maakt duidelijk dat wij zondaars zijn. Zij is geen ladder tot de hemel, maar een spiegel waarin wij onze ellende zien. Toch is deze Wet ook Evangelie: "Ik ben de Heere, uw God."Het is niet de Wet die redt, maar de Wet wijst naar Christus, die de Wet volledig heeft vervuld. In het geloof krijgt de Wet haar juiste plaats. Wie in Christus is, heeft in Hem de Wet volbracht. En toch ervaren wij in het vlees nog steeds de strijd – tussen wat wij zijn in Christus en wat wij nog ervaren in ons vlees. Dat is de grote paradox van het geloof. Maar in die strijd klinkt telkens weer: Christus leeft in mij.

 

III. Genade en verkiezing: het heil ligt in Gods hand

Het heil begint bij God. "Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Christus vóór de grondlegging der wereld." De verkiezing is een genadige verkiezing, niet naar verdienste of werken, maar naar Zijn ontferming. God staat garant voor het heil van Zijn kinderen. Alles ligt vast in Hem. Niet het aannemen, niet het kiezen, maar Hij is het Die tot ons komt.

De oorsprong van het heil ligt in Gods verkiezende liefde. "Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem vóór de grondlegging der wereld" (Ef. 1:4). Het is niet ons kiezen, ons geloven, ons aanvaarden, maar Zijn eeuwige voornemen dat de zaligheid tot stand brengt. Romeinen 8 maakt dat duidelijk: "Die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook verordineerd... geroepen... gerechtvaardigd... verheerlijkt."

De mens ligt op de vuilnisbelt van deze wereld, verloren, doelloos. Maar God trekt eruit. Niet op grond van wie wij zijn, maar op grond van Zijn barmhartigheid. De prediking is de zichtbare kant van Gods verkiezing: daarin klinkt Zijn roepstem. Wie oren heeft, die hore.uitverkiezing is niet een hard, kille leerstelling, maar een bron van troost voor zondaren. In Christus is de verkiezing vlees geworden. Jesaja noemt Hem: Mijn Knecht, Mijn Uitverkorene. De verkondiging is de zichtbare kant van de verkiezing: daarin klinkt Gods roepstem tot mensen. Maar de vrucht van die prediking ligt in de handen van de Geest. "En zovelen er geordineerd waren tot het eeuwige leven, geloofden."Wie zichzelf verliest in het doem van zijn zonden, mag zich verwonderen dat er verkiezing is. Niet om te redeneren, maar om tot rust te komen in het welbehagen van de Vader.

 

IV. Zondebesef als vrucht van het Evangelie

Zondekennis ontstaat door het Evangelie. Niet als voorwaarde, maar als gevolg van het zien op Christus. Denk aan David, die pas na het woord van Nathan tot inkeer komt. De Wet openbaart de zonde, maar de Geest overtuigt van zonde én wijst op de Zaligmaker. Christus alleen is de troost voor verloren mensenis geen opstapje tot het Evangelie, maar een gevolg van het Evangelie. De mens komt tot zelfkennis door het licht van Gods Woord. Zoals David pas na de confrontatie door de profeet Nathan Psalm 51 schrijft: "Tegen U, U alleen heb ik gezondigd." De Heilige Geest overtuigt van zonde, van gerechtigheid en van oordeel – door het Evangelie.Waar Christus wordt verkondigd als de Gekruisigde, daar wordt de zonde pas echt zichtbaar. Aan het kruis wordt ons onthuld hoe diep het menselijk falen is – dat God Zijn eigen Zoon gaf om ons te verlossen. Maar tegelijk hoe groot Zijn liefde is. Het is deze liefde die het hart verbreekt.


V. De Heilige Geest – Toepasser van het heil en Gever van gaven

De Heilige Geest is niet zomaar een bijzaak, maar de Levenmaker. Hij neemt het uit Christus en deelt het ons mee. Hij overtuigt, troost, leert, vernieuwt. De gaven van de Geest zijn tot opbouw van de Gemeente. De vijfvoudige bediening (Ef. 4) geldt ook nu nog. Geen dispensationalisme, geen beperking van de Geest. Wel: orde, roeping, dienstbaarheid Toepasser van het heil. Hij is het Die levend maakt, Die het Woord in het hart verzegelt. Jezus zegt in Johannes 16 dat de Geest niet van Zichzelf zal spreken, maar zal nemen uit het Mijne en het u verkondigen. Wat een troost: een dubbele voorspraak – Jezus in de hemel, de Geest op aarde.

De Heilige Geest verheerlijkt Christus. Hij is onze Parakleet, onze Voorspraak. Hij brengt de waarheid in het hart. Wat een troost: Jezus bidt voor ons, en de Geest ook. Dubbele voorspraak!Geest werkt ook gaven uit ten dienste van de Gemeente. De vijfvoudige bediening (Ef. 4) is geen zaak van het verleden. Ook nu geeft de Geest apostelen, profeten, herders, leraars en evangelisten. De Geest is niet gebonden aan een tijdvak, maar aan de noden van de Gemeente. En Hij is soeverein in het uitdelen van de gaven (1 Kor. 12).Daarom: laat niemand de gaven van de Geest minachten. Laat ze echter wel geoefend worden in orde, in liefde, en tot opbouw van de ecclesia – de door Woord en Geest samengeroepen Gemeente.

VI. Oproep tot geloof – maar geen grónd tot zaligheid

De roep van het Evangelie is echt: "Kom, wie dorst heeft!" Maar het geloof zelf is een gave. Niet een prestatie. Wie geraakt is door de Geest, hoort deze roep als een liefdesroep. Wie nog leeft in zichzelf, hoort slechts een eis. Daarom: geen vermenging van genade en wet. Christus alleen is de grond van behoud, het geloof is het middel, de brugoproep tot geloof is echt. De Bijbel zegt: "Bekeert u en gelooft het Evangelie" (Mark. 1:15), "Zo iemand dorst heeft, die kome tot Mij en drinke" (Joh. 7:37). Maar de kracht om te komen ligt in de Geest. Het geloof is een gave, geen voorwaarde. De roep wordt beantwoord waar het hart door de Geest is aangeraakt.Daarom is het geloof zelf nooit grond van zaligheid – dat is Christus alleen. Ons geloof faalt, maar Christus faalt niet. Hij is de Leidsman en Voleinder van het geloof (Hebr. 12:2). Hij heeft zelfs voor Petrus gebeden dat zijn geloof niet zou ophouden. Dat is troost voor wie zijn eigen geloof kwijt is. Want wie Christus heeft, heeft het leven.

 

VII. Kerk en verkondiging – terug naar het WoordWat is er veel oppervlakkigheid in de prediking.

Veel kerken zijn verworden tot zelfbedieningswinkels. De boodschap wordt afgevlakt, het vuur van het Woord dooft. Maar de prediking is het middel waardoor God Zijn heil verkondigt. Daarin klinkt geen "doe en leef", maar "geloof en leef". God zegent geen oppervlakkigheid, maar het Woord van waarheidals een zelfbedieningswinkel geworden – vrijblijvend, zonder geestelijke ernst of diepte. Maar het Woord van God is een kracht tot zaligheid voor ieder die gelooft. Niet ons woord, maar het Woord des levens.

Toch is er hoop. Waar Christus centraal staat, daar is ware eenheid. Niet in alle bijzaken, maar in de belijdenis: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

De prediking moet terugkeren naar Christus, naar het hart van het Evangelie. Niet een vermenging van wet en genade, maar het zuivere Woord van het kruis. Alleen zo wordt de Gemeente opgebouwd. Wie het Woord verlaat, dooft de vlam van de Geest.En toch: waar Christus wordt verkondigd, daar is eenheid. Niet in alle dogmatische bijzaken, maar in de belijdenis: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.

 

VIII. Een slotwoord in broederschap

Leo, onze verschillen zijn er, en ze mogen benoemd worden. Maar ik hoop dat de liefde tot Christus ons verbindt. We mogen elkaar scherpen, bevragen, aanscherpen – zoals Paulus en Petrus dat deden. Maar altijd in broederlijke gezindheid. Christus leeft in mij – dat is de roem, de hoop, de vreugde.

 

Looft God, looft Zijn Naam alom..

Hartelijke groet, Rijk

13. Reactie van Leo van Wijngaarden: Door naar het nieuwe testament

Broeder Rijk,

 

Ik had eventjes tijd nodig om al je emails te doorgronden en door te graven….

 

Hartelijk dank voor je indrukwekkende en diepgravende brieven. Je hebt op veel van mijn eerdere vragen uitvoerig gereageerd en daarin heb ik je zorgvuldigheid en je pastorale hart herkend. Ik ben oprecht positief verrast door de kracht en helderheid waarmee je je standpunten uiteenzet, geworteld in de Schriften en doordrenkt van ootmoed en eerbied voor Gods soevereiniteit.

Toch zijn er ook duidelijke accenten waar ik anders in sta. In deze brief wil ik daar, in broederlijke gezindheid, wat uitvoeriger op ingaan. Mijn bedoeling is niet om te weerleggen, maar om aan te vullen. Moge het gesprek ons beiden verder brengen in het verstaan van het Woord en het wandelen met Christus.

 

1. Vrijmoedigheid sinds het gescheurde voorhangsel – onze toegang tot de Vader

Wat mij bijzonder aanspreekt in jouw schrijven is de ernst waarmee je de zondigheid van de mens en de volkomenheid van Christus’ werk centraal stelt. Daarin ligt inderdaad de enige troost, zoals de Heidelbergse Catechismus ook getuigt.

Tegelijk geloof ik dat het Evangelie ons méér schenkt dan alleen vergeving – het opent ook de deur tot gemeenschap. Sinds het voorhangsel scheurde bij Jezus’ dood (Mattheüs 27:51), is de weg tot de Vader vrij. Hebreeën 10:19-22 zegt:

"Wij dan, broeders, hebben vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees."

Deze vrijmoedigheid is geen hoogmoed, maar kinderlijke zekerheid. Zoals Romeinen 8:15 zegt: "Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen om opnieuw te vrezen, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader."

Deze relatie, die niet op onszelf rust maar op Christus, vormt voor mij het fundament van het nieuwe leven.

 

2. Genade en verkiezing – Gods soevereiniteit én menselijke verantwoordelijkheid

Ik proef in jouw woorden een diepe eerbied voor de verkiezende liefde van God. Daarin herken ik iets kostbaars. Ook ik geloof dat het heil zijn oorsprong vindt in Gods initiatief. Niemand komt tot de Zoon tenzij de Vader hem trekt (Johannes 6:44).

Toch zie ik in de Schrift dat Gods verkiezing niet bedoeld is als gesloten systeem, maar als uitnodiging tot relatie. Romeinen 8:28 spreekt over "hen die God liefhebben, die naar Zijn voornemen geroepen zijn." En Romeinen 10:13 zegt nadrukkelijk: "Ieder die de Naam van de Heere aanroept, zal zalig worden."

De context van Romeinen 9 t/m 11 toont mij dat verkiezing nooit los staat van de concrete roeping van mensen. In hoofdstuk 10 is de boodschap helder: geloof komt door het horen, en horen door het Woord van Christus (vs. 17). Paulus huilt over Israël omdat ze ondanks de belofte toch de roep van het Evangelie hebben verworpen.

De verkiezing is in Christus – Hij is het ware zaad. En wie in Hem gelooft, wordt erfgenaam (Galaten 3:29).

 

3. De doop – een zichtbaar antwoord van geloof

Je benadrukt in je brieven sterk dat het geloof geen werk van de mens is. Daarin ben ik het van harte met je eens. Tegelijk geloof ik dat de doop – zoals die in het Nieuwe Testament wordt gepresenteerd – een bewuste stap is van een gelovige die antwoordt op Gods roepstem.

In Handelingen 2:38 zegt Petrus: "Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." Bekering gaat vooraf aan de doop. Zo ook in Hand. 8:12: "Toen zij Filippus geloofden... werden zij gedoopt."

De volwassendoop is geen werk van verdienste, maar een getuigenis: “Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig worden” (Mark. 16:16). In 1 Petrus 3:21 wordt de doop genoemd als “de vraag van een goed geweten tot God.”

Ik ben benieuwd hoe jij hier tegenover staat.

 

4. De Doop met de Heilige Geest – bekrachtiging voor het nieuwe leven

Ik geloof dat de Heilige Geest niet alleen overtuigt en wederbaart, maar ook doopt. De Doop met de Heilige Geest is voor mij geen vage mystieke ervaring, maar een concreet en essentieel onderdeel van het christelijk leven. Deze doop is een geestelijke realiteit die bekrachtiging geeft aan het leven van de gelovige, om niet slechts te wandelen als vergeven mens, maar als toegerust kind van God dat met kracht getuigt. In Handelingen zie je herhaaldelijk dat gelovigen na hun bekering vervuld worden met de Heilige Geest, vaak door handoplegging :In Handelingen zie je herhaaldelijk dat gelovigen na hun bekering vervuld worden met de Heilige Geest, vaak door handoplegging:

  • Hand. 2:4 – de uitstorting op Pinksteren.

  • Hand. 8:17 – Samaria: "Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest."

  • Hand. 10:44 – Cornelius en zijn huis tijdens Petrus’ prediking.

  • Hand. 19:6 – de discipelen in Efeze: "Toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest op hen."

  • Handelingen 2:4 – de uitstorting op Pinksteren: "En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken."

  • Handelingen 8:17 – Samaria: "Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest."

  • Handelingen 10:44-46 – Cornelius en zijn huis tijdens Petrus’ prediking: "Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen die het Woord hoorden... want zij hoorden hen spreken in andere talen en God grootmaken."

  • Handelingen 19:6 – de discipelen in Efeze: "En toen Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen, en zij spraken in andere talen en profeteerden."

  •  

Deze Geestesdoop is niet alleen een beginpunt, maar een bekrachtiging tot dienst en vreugde. Zoals Jezus zelf zei: "U zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en u zult Mijn getuigen zijn" (Hand. 1:8).Jezus zegt in Handelingen 1:5: "Want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen." En in vers 8 voegt Hij daaraan toe: "Maar u zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en u zult Mijn getuigen zijn..."

Zonder deze kracht blijven veel gelovigen hangen in angst, strijd en zwaarmoedigheid. Maar waar de Geest regeert, daar is vrijheid (2 Kor. 3:17). Niet als luchtigheid, maar als diepe zekerheid en bekwaamheid tot heilig leven.

Deze doop is dus niet enkel voor een select groepje of voor de vroege kerk, maar een voortzetting van het Pinksterwerk van Christus in Zijn Gemeente. Zonder deze bekrachtiging blijft het christelijk leven vaak een worsteling in eigen kracht. Door de Geest ontvangen wij de kracht om te getuigen, maar ook om innerlijk veranderd te worden, om vrij te worden van zonde, angst, schaamte en schuld. "Waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid" (2 Kor. 3:17).

 

Deze vrijheid is niet vrijblijvend. Het is een vrijheid om geheiligd te leven, om dienstbaar te zijn, om in blijdschap het leven met God te dragen. Deze Geestesdoop wordt zichtbaar in geestelijke gaven (1 Kor. 12), in vrijmoedige prediking, in liefdevolle gemeenschap en in diepe vreugde. Het is geen extraatje, maar Gods manier om ons geschikt te maken als tempel van Zijn aanwezigheid.

Daarom geloof ik dat het ontvangen van de Heilige Geest – vaak via handoplegging – een essentieel onderdeel is voor de groei naar volwassen geloof en een leven in volle overgave aan God.

 

5. Het Koninkrijk van God – herstel van bestemming en identiteit

Hierin ligt voor mij een van de meest wezenlijke accenten. Het Evangelie is niet slechts vergeving van zonden, maar het herstel van onze positie als kinderen van God. Jezus predikte voortdurend het Koninkrijk van God. Waar de doop in Christus ons bevrijdt van het oordeel, en de doop met de Geest ons bekrachtigt, opent het Koninkrijk van God voor ons een heel nieuw levensperspectief. Het Koninkrijk is voor mij niet enkel toekomstig, maar een geestelijke werkelijkheid waarin wij nú geroepen zijn te leven.

Jezus predikte niet een geloofsstructuur, maar het Koninkrijk:

  • Mattheüs 4:17: "Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen."

  • Lukas 17:21: "Het Koninkrijk van God is binnen in u."

  • Romeinen 14:17: "Want het Koninkrijk van God bestaat niet in eten en drinken, maar in gerechtigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest."

 

In dat Koninkrijk groeien wij op tot zonen, zoals Paulus schrijft: Romeinen 14:17 schrijft hij: "Het Koninkrijk van God bestaat niet in eten en drinken, maar in gerechtigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest." Het is een realiteit die tastbaar wordt waar Christus regeert – in harten, in relaties, in gemeenten. In het Koninkrijk leren wij opnieuw wie we zijn: geen slaven van de zonde, maar kinderen van de Koning.

  • Galaten 4:7: "Dus u bent geen slaaf meer, maar een zoon."

  • Romeinen 8:14-1 laat dit krachtig zien:7: "Allen die door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God... en erfgenamen van God."

  • Efeze 4:13: "...tot een volwassen man, tot de maat van de wasdom van de volheid van Christus."

 

Als we deze bestemming missen, blijven we hangen in een geloof waarin de zondaar centraal staat in plaats van de Zoon. Dan blijft het Evangelie steken in veroordeling, en missen we de diepte van genade die ons juist opricht.

"Allen die door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God... En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus."

Galaten 4:6-7 bevestigt dit: "God heeft de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader. Dus u bent geen slaaf meer, maar een zoon."

 

Deze identiteit als zoon of dochter van God is de basis van ons functioneren in het Koninkrijk. We ontvangen niet alleen vergeving, maar ook autoriteit. Lukas 10:19: "Zie, Ik geef u macht om op slangen en schorpioenen te treden en de gehele legermacht van de vijand te overwinnen."

Het Koninkrijk is ook een plaats van groei. Efeze 4:13 spreekt over de weg naar volwassenheid:

"...totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de wasdom van de volheid van Christus." In dat proces van koninklijke groei worden we hervormd naar Zijn beeld. 2 Kor. 3:18 zegt:

"Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Heere, de Geest, gebeurt."

 

Het is mijn overtuiging dat veel christenen vast blijven zitten in een geloof dat alleen draait om vergeving, omdat het Koninkrijk als realiteit ontbreekt. Ze leven onder de ban van zondebesef zonder zicht op zonenstatus. Het Koninkrijk biedt het perspectief van herstel, groei, bestemming en gemeenschap. Het leert ons leven in gerechtigheid, vrede en vreugde, omdat onze identiteit hersteld is in Christus.

Zonder deze Koninkrijksvisie wordt het geloof zwaar, wettisch of individualistisch. Maar met het Koninkrijk voor ogen kunnen we leren wandelen in genade én kracht – als herstelde beelddragers, geroepen om vrucht te dragen en Christus zichtbaar te maken op aarde.

 

 

6. De spanning met traditionele leerstellingen

Wat mij opvalt in onze briefwisseling is dat jouw benadering – zoals je die liefdevol en Bijbels onderbouwd hebt – sterk geworteld blijft in de realiteit van zonde, strijd en afhankelijkheid. Daarin ligt een diepe waarachtigheid en Bijbelse ernst. Maar ik zie ook hoe deze benadering, die veel voorkomt in traditionele reformatorische leerstellingen, vaak blijft hangen in een voortdurende nadruk op onze ellendigheid, terwijl de kracht van het Koninkrijk en de doorwerking van het nieuwe leven in Christus onderbelicht blijven.

Ik zie dit spanningsveld in jouw taalgebruik rondom het zondaar-zijn, het blijven worstelen met zonde als existentiële identiteit, en het zoeken van zekerheid primair in Gods soeverein welbehagen. Die benadering is niet onwaar, maar ze is – naar mijn overtuiging – incompleet als het Koninkrijk van God buiten beeld blijft. Jezus heeft ons niet alleen gerechtvaardigd, maar ook geroepen tot heiligmaking, tot vrucht, tot volwassen zoonschap (Joh. 15:8; Rom. 6:22; Hebr. 5:14).

 

Wanneer het Koninkrijk geen centrale plaats krijgt in ons geloofsleven, ontstaat er een spanning waarin vrijheid slechts verdacht is, genade gereserveerd wordt voor latere zekerheid, en geestelijke groei verdacht wordt gemaakt als ‘eigen kracht’. Maar juist het werk van de Geest – in wedergeboorte én in bekrachtiging – is erop gericht dat we niet in kinderlijke onmondigheid blijven, maar opgroeien tot zonen die hun Vader weerspiegelen.

 

Ik geloof dat de traditionele leer van de drie stukken (ellende, verlossing, dankbaarheid) te vaak blijft cirkelen rond het eerste, zonder de volle vruchten van het derde te oogsten. De doop met de Heilige Geest, het leven in het Koninkrijk, en de herstelde identiteit in Christus nodigen ons uit om te wandelen in de volheid die het Evangelie biedt – in nederigheid én in overwinning.

Daarom wil ik je bemoedigen, broeder, om samen met mij deze spanning te blijven onderzoeken. Niet uit strijd, maar omwille van de opbouw van de Gemeente en het zicht op de rijkdom die in Christus beschikbaar is.

 

Tot slot

In dat proces van koninklijke groei worden we hervormd naar Zijn beeld. 2 Kor. 3:18 zegt:

"Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Heere, de Geest, gebeurt."

Het is mijn overtuiging dat veel christenen vast blijven zitten in een geloof dat alleen draait om vergeving, omdat het Koninkrijk als realiteit ontbreekt. Ze leven onder de ban van zondebesef zonder zicht op het beeld van Christus als onze oudste broer. Het Koninkrijk biedt het perspectief van herstel, groei, bestemming en gemeenschap. Het leert ons leven in gerechtigheid, vrede en vreugde, omdat onze identiteit hersteld is in Christus.

Zonder deze Koninkrijksvisie wordt het geloof zwaar, wettisch of individualistisch. Maar met het Koninkrijk voor ogen kunnen we leren wandelen in genade én kracht – als herstelde beelddragers, geroepen om vrucht te dragen en Christus zichtbaar te maken op aarde.

 

In Hem verbonden, Leo

14. Reactie van Rijk Kroon: Over genade, verkondiging en het werk van De Geest

Broeder Leo,

Wat een voorrecht om met jou deze diepgaande en eerlijke briefwisseling te mogen voeren. Er zijn weinig mensen in mijn omgeving met wie ik zo vrijuit en inhoudelijk kan spreken over het Woord van God. We verschillen op punten, maar dat doet niets af aan onze broederschap in Christus. Het gaat ons niet om winnen of verliezen, maar om trouw te blijven aan het Woord.

Ik wil proberen in deze brief een bundeling te geven van wat ik in eerdere mails heb gedeeld over zondebesef, het werk van de Heilige Geest, de doop, de kerk, en het leven in Christus. Niet als een afbakening, maar als een getuigenis van hoe ik het heb mogen horen, geloven en ervaren. In deze brief zal ik de theologische thema's uitwerken in de taal van het hart, onderbouwd met bijbelse beelden en citaten, en verbonden aan mijn levenslange geloofsweg.

1. Christus moet wassen, en ik minder worden

Het hele geloofsleven is vervat in deze ene zin: Hij moet wassen, ik minder worden (Johannes 3:30). Dat is het enige Credo. Alle weldaden zijn in dat tweeledige proces besloten. In Christus is die realiteit al voltrokken, maar zolang wij hier op aarde leven, worstelen wij nog met het oude vlees. "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?" (Romeinen 7:24). Toch zegt het geloof: Amen. We zijn al in Christus, en Hij in ons. De strijd is reëel, maar ook de overwinning is reeds behaald. We zien nu nog door een spiegel, maar straks van aangezicht tot aangezicht (1 Korinthe 13:12).

2. De heilsgeschiedenis – van de val tot het Lam

De rode draad door de Schrift is niet de menselijke trouw, maar Gods genade. De geschiedenis laat ons keer op keer het falen van de mens zien:

  • In de hof wilde de mens als God zijn (Genesis 3).

  • Bij Noach werd de aarde vervuld met geweld (Genesis 6).

  • Israël murmelde voor de Rode Zee en wilde terug (Exodus 14).

  • Het gouden kalf werd opgericht onder de berg van Gods aanwezigheid (Exodus 32).

  • De koningen van Israël, inclusief David en Salomo, faalden.

  • De ballingschap kwam door ongehoorzaamheid.

Maar Gods heil breekt telkens opnieuw door. In het geslachtsregister van Mattheüs 1 worden gebroken levens genoemd als voorbereiding op de komst van de Zoon. Dat Lam dat geslacht is, staat in Openbaring 5 te midden van de troon. Gods plan is heil, en dat door het bloed van het Lam.

3. De Wet – een geestelijke spiegel

De Wet is heilig, rechtvaardig en goed. Ze komt uit Gods liefdehart. Maar die Wet veroordeelt de mens, want "ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde" (Romeinen 7:14).

Geen vlees zal door de werken van de Wet gerechtvaardigd worden voor Hem (Romeinen 3:20). Het doel van de Wet is niet onze rechtvaardiging, maar onze bewustwording van zonde. Zoals Luther zei: "Ik heb geen zonden meer, ga maar naar Jezus."

Christus is het einde van de Wet tot gerechtigheid voor een ieder die gelooft (Romeinen 10:4).

4. De kinderdoop – een genadetekst in beeld

In de kinderdoop zie ik het diepste beeld van eenzijdige genade. Het kind draagt niets bij. Het wordt gedragen – in de moederschoot, op de arm van de ouder, tot het doopvont. Daar wordt de Naam van de Drie-enige God over het kind uitgeroepen. Het kind ontvangt, het doet niets.

Stervenden tonen hetzelfde beeld: ze kunnen niets meer. Alleen de Naam van God blijft. Zo ook wij: alles moet worden afgelegd, opdat Christus alles in allen wordt.

5. De Heilige Geest – Trooster, Leraar, Voorspraak

De Geest werkt niet los van Christus, maar in dienst van Christus:

  • "Hij zal Mij verheerlijken" (Johannes 16:14).

  • "Hij zal u alles leren en in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb" (Joh. 14:26).

  • "Hij zal overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel" (Joh. 16:8).

De Geest komt niet met een status apart, maar neemt het uit Christus en verkondigt het ons. Alle Geestesgaven, werkingen, overtuigingen: ze zijn tot verheerlijking van Jezus. Wanneer de Geest in het middelpunt komt te staan zonder het kruis van Christus, dreigt het gevaar van mensgerichtheid. Wij verkondigen: Christus en Dien gekruisigd (1 Kor. 2:2).

6. Gebiedende teksten – genade in werking

Teksten zoals Openbaring 3:20, Markus 1:15, Openbaring 22:17, 2 Korinthe 5:20 worden vaak gelezen als opdrachten. Maar in het licht van genade zie ik hierin vooral het werk van God zelf:

  • "Indien iemand Mijn stem hoort" (Op. 3:20): het horen is een gave, een gevolg van de Geest.

  • "Bekeert u en gelooft het Evangelie" (Mark. 1:15): "Ik zal u vissers van mensen maken" – God is de Werkende.

  • "Die dorst heeft kome... om niet" (Op. 22:17): dorst is het werk van de Geest.

  • "Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5:20): God is Degene die verzoent in Christus.

Niet de mens, maar God is het uitgangspunt.

7. De prediking – blijdschap of begrafenis?

De boodschap van het Evangelie is blijde tijding: "Ik verkondig u grote blijdschap" (Lukas 2:10). Maar waar klinkt die blijdschap nog? Waar is de vreugde in de kerk?

Het Koninkrijk van God is gerechtigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest (Romeinen 14:17). Maar de gemiddelde kerkdienst ademt eerder zwaarte dan vreugde. De lofgewaad is ingeruild voor rouwgeest. Waar is het woord dat opbouwt, het vuur van Pinksteren, de zekerheid van de overwinning?

8. De eenheid van Vader, Zoon en Geest – geen verdeeld werk

De Geest heeft geen autonoom werkveld buiten de Zoon. "Hij zal uit het Mijne nemen en het u verkondigen" (Johannes 16:14). De Vader zegt bij Jezus' doop: "Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem." (Mattheüs 17:5).

Daarom moet de Geest niet losgemaakt worden van Christus. Alle werk van de Geest heeft ten doel om ons te brengen tot Christus. Dat is de troost van de gelovige. Hij is onze Trooster omdat Hij Christus groot maakt.

9. Het hart van het geloof – volkomen in Christus

Zoals Paulus zegt: "Ik ben met Christus gekruisigd, en ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij" (Galaten 2:20). Dat is een heilsfeit. In Christus zijn wij rechtvaardig, geheiligd, verlost. En dat is niet mijn prestatie, maar Zijn werk. Alle roem is uitgesloten.

Paulus zegt in Romeinen 8:1: "Er is dan nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn."

En ook in Efeze 1:3-4: "Gezegend zij de God en Vader... Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen... gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem."

Het geloof zegt: Amen. Daar rust mijn hart.

Todo es nada, solo Christo basta

Alles is niets. Christus is alles. En als wij mogen leven van die genade, dan zingen we met allen die gekocht zijn met het bloed van het Lam:

"Aan Hem die op de troon zit en aan het Lam, zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid." (Openbaring 5:13)

Met broederlijke groet en diepe verwondering,

Rijk

15. Reactie van Leo van Wijngaarden op brief 14 van Rijk Kroon

Broeder Rijk,

 

Allereerst wil ik je hartelijk danken voor de indrukwekkende reeks brieven die je met zoveel bewogenheid, ernst en liefde voor het Woord geschreven hebt. Ik proef er niet alleen diepe theologische doordenking in, maar ook een bewogen hart dat wil vasthouden aan de trouw van God en de heerlijkheid van Christus. Wat een voorrecht om op deze manier met elkaar te mogen delen. Ik ervaar onze briefwisseling als een geestelijke pelgrimage — met de Schrift in de hand en Christus als middelpunt.

Laat me proberen jouw rijke input te beantwoorden door in te gaan op de hoofdthema’s die je hebt aangeraakt. Daarbij probeer ik herkenning én verschil aan te geven, in dezelfde geest waarin jij schrijft: niet om te winnen of verliezen, maar omwille van het Woord dat vrij baan wil krijgen in ons hart.

 

1. Eenheid in Christus ondanks verschillen

Je begint met de erkenning dat we broeders zijn, ook waar onze accenten verschillen. Dat zeg ik volmondig na. Onze eenheid ligt in het bloed van het Lam. Je schrijft dat het Woord van God niet van ons is, en dat we slechts ten dele kennen — dat is voor mij ook de kern van onze dialoog: luisterend, zoekend, lerend. Dat maakt deze uitwisseling zo waardevol. Zoals Paulus zegt in 1 Korinthe 13:12: "Nu kijken wij nog in een spiegel, in een raadsel, maar straks zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht."

 

2. Zondebesef en genade

Ik herken de ernst van zondebesef zoals jij die beschrijft. Het Woord van God, door de Geest, opent onze ogen voor onze verlorenheid. Romeinen 3 laat dat haarscherp zien: "Allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, zelfs niet één."

Maar wat ik graag toevoeg: dit besef is geen eindstation. Het leidt tot Christus. Johannes 1:29 zegt: "Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!" En in Hebreeën 10:19-22 lezen we dat we door Zijn bloed vrijmoedig mogen naderen. We leven ná Golgotha, ná de opstanding. Het voorhangsel is gescheurd — wij mogen naderen.

 

3. De mens als antwoordgever op Gods roep

Hier zit misschien wel onze grootste theologische spanning. Jij ziet alle menselijke respons — kloppen, geloven, komen — volledig als vrucht van genade. Dat herken ik. Maar ik geloof dat de Schrift óók laat zien dat de mens daarop wordt aangesproken. Niet als grond van het heil, maar als ontvanger. "Bekeer u en geloof het Evangelie" (Markus 1:15). "Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven" (Joh. 6:47).

Het Evangelie is een uitnodiging die gehoord en beantwoord wil worden. Zoals de stokbewaarder in Handelingen 16 vroeg: "Wat moet ik doen om behouden te worden?" en Paulus antwoordde: "Geloof in de Heere Jezus Christus."

 

4. De doop met de Heilige Geest

Ik geloof dat de doop met de Heilige Geest een essentieel deel is van de nieuwtestamentische ervaring van het heil. In Handelingen 2:38 lezen we: "Bekeer u, en laat ieder van u gedoopt worden... en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen."

In Handelingen 8:17 zien we dat Petrus en Johannes de handen oplegden en zij de Heilige Geest ontvingen. In Handelingen 10 viel de Geest tijdens het luisteren naar de verkondiging. In Handelingen 19 vraagt Paulus: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot geloof kwam?"

Deze doop is geen tweede status, maar een bekrachtiging om te wandelen in vrijheid. Galaten 5:16: "Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen." Het is Pinksteren — in elk hart.

En net als bij Jezus in Lukas 3:22 daalt de Geest neer op wie zich door de Vader laat leiden. De stem van de Vader klonk daar: "Dit is Mijn geliefde Zoon." De Geest is geen mystiek fenomeen, maar een Persoon die werkt tot heiliging, kracht en getuigenis.

 

5. Het Koninkrijk van God – leven in bestemming en herstel

Jezus kwam niet alleen om te sterven voor onze zonden, maar om het Koninkrijk van God te verkondigen. "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen" (Matth. 4:17). Hij sprak over het zaad dat in goede aarde valt, over mosterdzaad dat groeit tot een boom — beelden van groei, bestemming, en volwassenwording.

Romeinen 8:14-17 laat zien dat we kinderen van God zijn, erfgenamen, geroepen tot glorie. En 2 Korinthe 5:20 spreekt over de bediening van verzoening: wij zijn ambassadeurs van dat Koninkrijk.

Ik geloof dat het Koninkrijk nu al zichtbaar mag worden in de levens van gelovigen. Niet perfect, maar wél zichtbaar: gerechtigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest (Rom. 14:17). Dat vraagt geen zonde-loosheid, maar wel groei in identiteit, gehoorzaamheid en liefde.

De verlamde werd niet alleen vergeven, maar ook opgericht (Markus 2). Zacheüs werd niet alleen gered, maar ook veranderd. Dat is Koninkrijksleven.

 

6. De doop: kinderdoop of geloofsdoop?

Ik heb groot respect voor jouw visie op de kinderdoop als beeld van genade. Toch geloof ik persoonlijk dat de Bijbel de doop verbindt met geloof en bekering. In Markus 16:16 zegt Jezus: "Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig worden."

Handelingen 2:38: "Bekeert u en laat u dopen." En in Romeinen 6 wordt de doop gezien als sterven met Christus en opstaan tot nieuw leven — dat vraagt geloofsbesef. Filippus doopte de kamerling pas na diens belijdenis (Hand. 8:37).

De geloofsdoop is voor mij een getuigenis van een innerlijke verandering, een teken van overgave en een uitdrukking van discipelschap.

 

7. Over ervaring en gevoel

Je waarschuwt voor het gevaar van een gevoels-geloof. Terecht. Toch zie ik dat ervaring in de Bijbel vaak een gevolg is van ware ontmoeting. Denk aan de Emmaüsgangers: "Brandde ons hart niet toen Hij tot ons sprak?" (Lukas 24:32). Of aan de vrouw bij de put, die haar kruik liet staan en vol vreugde ging vertellen (Joh. 4).

De ervaring van Gods liefde, blijdschap en vrede is niet oppervlakkig, maar verdiepend — zolang ze geworteld blijft in het Woord.

 

8. Het roer bij Donk – en jouw vragen daarbij

Ik snap je zorg als je onze taal of vormen niet direct herkent. Maar ons verlangen is om juist in deze tijd een brug te slaan naar een generatie die God vaak niet kent. En dat begint soms met ontmoeting en liefde, vóórdat de dogmatiek landt.

We geloven dat het fundament Christus is, Zijn volbrachte werk, genade alleen. En ja, soms hoor je eerst een lied voordat je een preek hoort — maar ook dat kan God gebruiken om een hart te raken. Zoals David zong voor Saul en de boze geest week (1 Sam. 16).

Wij voelen ons geroepen op grond van 2 Timotheüs 2:2: “En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen.” Dit is het hart van onze missie. We willen mensen trainen en toerusten, zodat ze zelf het Woord kunnen dragen in hun context.

Daarbij richten we ons op Romeinen 12:2: “En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.”

Onze diensten en concerten zijn open deuren: daar komen mensen binnen, raken hun hart, en worden ze open voor het Evangelie. Maar daar eindigt het niet. We bieden drie jaarscholen aan waarin mensen verdiept worden in de leer, in discipelschap, en in een leven in de kracht van de Geest. Alles is gericht op verbinding met de Drie-Enige God. Wij binden mensen niet aan een organisatie, maar aan de Vader, Zoon en Heilige Geest. Ons verlangen is dat zij uitgroeien tot volwassen zonen en dochters van God.

 

9. Onze missie: het vreugdevolle Evangelie voor binnen en buiten de kerk

We ervaren een diepe roeping om het Evangelie niet alleen binnen, maar juist ook buiten de kerkmuren te brengen. De Grote Opdracht uit Mattheüs 28:19-20 is ons kompas: “Gaat dan heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen... en leert hen alles wat Ik u geboden heb.”

De vraag die ons voortdurend bezighoudt: Zijn onze kerken nog in staat om mensen aan te spreken die Hem niet kennen? Kunnen wij nog communiceren in de taal van deze tijd, zonder de rijkdom van het Evangelie te verliezen? Of zijn we zo vertrouwd geraakt met onze zware terminologie, dat we het hart van de boodschap kwijt zijn geraakt?

De gemiddelde kerkdienst lijkt qua vorm soms meer op een uitvaart dan op een viering van de Opgestane Heer. De vreugde, de vrede, de hoop — die zoveel mensen zoeken — worden vaak overschaduwd door een preekstijl die vooral zwaarmoedigheid ademt.

Maar Jesaja 61 laat zien wat de missie van de Gezalfde is: “...om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen... om te verbinden de gebrokenen van hart... om hun te geven een sierlijke kroon in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest.”

De cultuur van het Koninkrijk is vreugde in de Heilige Geest (Rom. 14:17). De eerste verkondigers straalden blijdschap en vrijmoedigheid uit (Hand. 4:13, Hand. 13:52). Paulus schrijft: “Verblijdt u in de Heere te allen tijde” (Fil. 4:4).

Onze missie is daarom: het hart van het Evangelie zó brengen dat het opnieuw gaat spreken. Niet met waterige theologie of oppervlakkige prediking, maar met passie, echtheid en kracht — gedragen door de Geest. “Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht” (1 Kor. 4:20).

 

 

10. Tot slot – geborgen in het Lam

Als je het goed vindt wil ik een brief voorbereiden die gaat aantonen waar onze verschillen en overeenkomsten liggen. Ik denk namelijk dat onze overeenkomsten een diepe grond vinden waaruit gaat blijken dat we wel degelijk op grote lijnen elkaar gaan vinden. En dit betoog zal wellicht veel mensen gaan raken die meelezen waarbij ze kunnen gaan inzien dat het gebed van onze Jezus Christus uit Johannes 17 ons allen gegeven is als wij ernaar durven te leven.

 

Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.

Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden.

En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid.

En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven,

opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.

En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn;

Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.

Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld.

 

 

In Hem zijn we veilig. Jesaja 53 toont ons de Man van smarten, en Openbaring toont ons het Lam dat staat als geslacht. We worden niet gered door onze beleving of inzet, maar omdat Zijn bloed spreekt van betere dingen (Hebr. 12:24).

  • White Flickr Icon
  • Facebook - White Circle
  • Vimeo - White Circle
  • YouTube - White Circle
  • Instagram - White Circle

Postadres:

Hakgriend 5

3371 KA Hardinxveld

De Donk

 

Ministries

 

bottom of page